Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het brood uit de hemel

Het brood uit de hemel

Lied 150

Het brood uit de hemel

(Johannes 6:51)

1. O Vader in de hemel,

Die altijd door Dezelfde blijft,

Uw naam zij hoog geprezen;

Wij loven u, die zorg verdrijft.

U hebt eertijds als Herder,

U trouw betoond en groot:

Uw volk geleid als schapen,

Zond manna hun tot brood,

Hun dorst gelest met water,

Dat uit de rots kwam door uw macht.

Uw zorg bleef hen omringen

Toen u uw volk naar Kanaän bracht.

2. Het manna was een schaduw

Van Christus, die ons leven bood,

Die hemels leven prijsgaf

Om ons te redden van de dood.

Hij is het brood des levens:

Hij gaf zijn eigen vlees,

Een offer dat de mensheid

De weg tot redding wees.

Blijf vol geloof gebruiken

Van ’t hemels brood dat God ons geeft.

Ja, eet het elke dag weer,

Opdat u rein en zuiver leeft.

3. Kom, breng dit brood aan mensen

Die hong’ren nu in geestesnood.

Gehoorzaam Christus’ opdracht

En voed zijn „schapen” met dit brood.

Help and’ren bij hun zoeken

Naar Gods rechtvaardigheid,

Opdat zij redding vinden

En God hen verder leidt.

En straks, als Armageddon

Op aarde vrede heeft gebracht,

Dan loven wij God eeuwig

Voor ’t leven in zijn scheppingspracht.