Het huwelijk — Gods regeling
Lied 117
Het huwelijk — Gods regeling
1. Gods regeling, het huw’lijk,
Gaf hij een wond’re kracht.
Het vormt een band van eenheid
Die zegen heeft gebracht.
Zijn man en vrouw verbonden
In deze heil’ge staat,
Dan helpt dit hen om samen
Te leven naar Gods raad.
2. God heeft een Gids, de bijbel,
Waarin hij ons ontvouwt
Dat leiding als gezinshoofd
De man is toevertrouwd.
Hij moet zijn vrouw beminnen
In onzelfzuchtigheid.
Zij schenkt haar man steeds achting
En is zijn heerlijkheid.
3. Drie saamgevlochten strengen
Zijn sterker dan slechts twee.
Is God dus in een huw’lijk,
Dan brengt dit vrede mee.
’Geven schenkt veel meer vreugde’;
Leer deze levenskunst.
Wie ’t geven steeds beoefent,
Vindt bij Jehovah gunst.