Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het huwelijk — Gods regeling

Het huwelijk — Gods regeling

Lied 117

Het huwelijk — Gods regeling

(Mattheüs 19:4-6)

1. Gods regeling, het huw’lijk,

Gaf hij een wond’re kracht.

Het vormt een band van eenheid

Die zegen heeft gebracht.

Zijn man en vrouw verbonden

In deze heil’ge staat,

Dan helpt dit hen om samen

Te leven naar Gods raad.

2. God heeft een Gids, de bijbel,

Waarin hij ons ontvouwt

Dat leiding als gezinshoofd

De man is toevertrouwd.

Hij moet zijn vrouw beminnen

In onzelfzuchtigheid.

Zij schenkt haar man steeds achting

En is zijn heerlijkheid.

3. Drie saamgevlochten strengen

Zijn sterker dan slechts twee.

Is God dus in een huw’lijk,

Dan brengt dit vrede mee.

’Geven schenkt veel meer vreugde’;

Leer deze levenskunst.

Wie ’t geven steeds beoefent,

Vindt bij Jehovah gunst.