Lied 213

In eenheid samenwerken

(Efeziërs 4:3)

1. Onder ons moet eenheid bestaan;

Mijd het onafhank’lijk te gaan.

Harmonie en eenheid van geest

Sterken de vrede ’t meest.

Eenheid schenkt veel zegen

Aan al wie God vreest.

Ieder die talent voor iets heeft

Zij nooit trots, ’t is God die het geeft.

Loof Jehovah ned’rig, oprecht;

Uw liefde zij steeds echt.

2. Door ambitie, heerszucht en nijd

Kent de wereld haat slechts en strijd;

Maar wij zoeken vrede, geen twist,

Vrede die ons verfrist.

Vrede schenkt verkwikking,

Is als dauw, beslist!

Als verschil van mening ontstaat,

Volg dan steeds de bijbelse raad:

Leg het bij, heel snel, dat is goed;

Eenheid bewaren, moet!

3. Werk dus allen ijverig mee

Aan de band van eenheid en vree.

Die is aangenaam en zo zoet;

Koester die warm, dat moet!

Eenheid moet men koest’ren,

Want die is zo goed.

Is er eenheid naar Gods gebod,

Dan verblijven wij steeds bij God.

Vree met hem, hersteld door zijn Zoon,

Biedt hij ons aan als loon.