Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

In rechtschapenheid wandelen

In rechtschapenheid wandelen

Lied 160

In rechtschapenheid wandelen

(Psalm 26:1)

1. O, richt mij God, mijn Heer Jehovah God.

Ik bouw op u en volg rechtschapen uw gebod.

Doorzoek mij toch en stel mij op de proef,

En louter ook mijn hart, verlos mij van de groef.

(Refrein)

2. Ik zit niet neer met wie slechts leugens praat.

Ik haat de omgang met wie waarheid tegenstaat.

Neem niet mijn ziel met zondaars weg, vol haat,

Ook niet met hen wier hand vol bloedschuld is en kwaad.

(Refrein)

3. Ik heb het wonen in uw huis bemind,

De plaats waar zich, o God, uw heerlijkheid bevindt.

Zo wil ik steeds rondom uw altaar gaan,

Om luid te danken voor het werk door u gedaan.

(REFREIN)

Wat mij betreft, ’k zal vastbesloten zijn

Uw rechte weg te gaan, rechtschapen, trouw en rein.