„Jehovah is mijn Herder”
Lied 77
„Jehovah is mijn Herder”
(Psalm 23)
1. Jehovah God is mijn Herder;
Geen vrees die mijn rust verstoort,
Want hij die zó voor zijn schapen zorgt,
Vergeet geen die hem behoort.
Hij voert mij aan stille wat’ren;
Mijn ziel wordt verkwikt, verblijd.
Om zijns naams wil leidt mijn Herder mij
In ’t spoor van rechtvaardigheid.
Om zijns naams wil leidt mijn Herder mij
In ’t spoor van rechtvaardigheid.
2. In ’t dal vol diepzwarte schaduw,
Zelfs daar ducht mijn hart geen kwaad.
Mijn Grote Herder is heel nabij;
Hij troost mij en geeft mij raad.
Mijn hoofd verfrist hij met olie,
Mijn beker is welgevuld.
In liefderijke goedgunstigheid
Heeft hij elke dag gehuld.
In liefderijke goedgunstigheid
Heeft hij elke dag gehuld.
3. Hoe wijs en goed is mijn Herder!
Zijn lof zing ik elke dag,
Daar ik het nieuws van zijn ted’re zorg
Aan anderen brengen mag.
Ik volg zijn Woord in getrouwheid
En wandel steeds met mijn Heer.
Mijn grootse voorrecht van dienst voor hem
Benut ik trouw, daaglijks weer.
Mijn grootse voorrecht van dienst voor hem
Benut ik trouw, daaglijks weer.