Jehovah is onze toevlucht
Lied 85
Jehovah is onze toevlucht
1. Jehovah is een toevlucht,
De God die ons bewaart.
Zijn schaduw is een schuilplaats,
Waar angst ons niet bezwaart.
Hij redt ons snel van elke schrik,
Van valkuil, pest, verderf of strik.
Jehovah is een vesting,
Een burcht waar u wordt gespaard.
2. U ziet er duizend vallen,
Tienduizend of nog meer;
Geen kwaad zal u geschieden,
Want naast u staat uw Heer.
Er is geen grond voor angstgeschrei,
Al komt het kwaad u heel nabij,
Want vóór het u kan deren,
Beschut Gods vleugel u teer.
3. Geen rampspoed zal u treffen
En zelfs geen enk’le plaag,
Want God plaatst steeds zijn eng’len
Rondom u als een haag.
U bent dan voor een leeuw niet bang,
Vertrapt dan zelfs een grote slang.
Geen steen zal u doen struik’len;
Dien God dus trouw en gestaag.
4. Loof Jah om die belofte
En prijs zijn heil’ge naam.
Verkondig al zijn deugden;
Bewaar uzelf voor blaam.
Dien God getrouw en exclusief,
Dan redt hij u, hij heeft u lief.
Jehovah is een toevlucht,
Een burcht is zijn grote naam.