Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jehovah, onze God, aanhangen

Jehovah, onze God, aanhangen

Lied 131

Jehovah, onze God, aanhangen

(Jozua 23:8)

1. Al wie van Gods huis is, zal exclusief God eren,

Hem toegewijd dienen, zijn gaven steeds waarderen.

De ’goden der natiën’ verfoeien wij oprecht.

Wij hangen God aan, willen doen wat hij ons zegt;

Wij zijn aan zijn waarheid met hart en ziel gehecht.

2. Wat God heeft beloofd, ieder woord door hem gesproken,

Wordt zeker vervuld; onderdrukking wordt verbroken!

Zijn koninkrijk bant elke oorlog, breekt elk zwaard.

Hang hem daarom aan; maak zijn naam nog meer vermaard,

Want hij is de God die ons vrede brengt op aard.

3. Het Boek van Gods waarheid zij dag en nacht gelezen;

Wij hangen God aan, willen slechts Jehovah vrezen.

Zijn Woord geeft ons kennis, die liefde doet ontstaan.

Wij willen zijn voornemen en zijn wil verstaan;

De ware aanbidding beheerst dan ons bestaan.