Jehovah’s gelukkige volk
Lied 57
Jehovah’s gelukkige volk
1. Vreugde heeft het volk dat de jubelklanken kent,
Zich tot uw waarheid wendt, aan wie u zegen zendt.
Zij blijven voorwaarts gaan in uw helder stralend licht;
Ieder heeft zijn plaats en vervult blij zijn plicht.
(Refrein)
2. Satan, met zijn leger, verdrukt de mens al lang.
Dus predik, wees niet bang; zing luid uw lofgezang.
Jehovah heeft een schuilplaats voor wie zijn wil thans doet;
Ieder die rechtvaardigheid zoekt, wordt behoed.
(Refrein)
3. Blijf uw moed behouden, ook als men met ons breekt,
De waarheid tegenspreekt; houdt vol, bidt God en smeekt.
Wij moeten dit doorstaan, want beproeving maakt ons sterk.
Daar het God behaagt, gaan wij door met ons werk.
(REFREIN)
Jehovah God, wie uw naam trouw belijdt,
Hebt u met liefderijke goedheid verblijd.
Hij ziet nu de waarheid, door uw Woord en geest,
Toont zijn geloof en dient u onbevreesd.