Loyaliteit tonen
Lied 38
Loyaliteit tonen
1. God bezit een ijv’rig volk nu,
Dat zijn naam met vreugde draagt,
Een gemeente die loyaal blijft,
Toegewijd en onversaagd.
Van een welvoorziene tafel
Voedt hun geest zich met Gods raad,
Want zij willen God behagen
Met hun denken, woord en daad.
2. De gemeente die loyaal blijft,
Staan ook wij loyaal terzij,
Ondersteunen trouw haar arbeid,
’t Zij bij goed of kwaad getij.
Wij bewaken haar belangen,
Zorgen dat geen kwaad haar raakt;
En als ooit gevaar zou dreigen,
Wordt door ons alarm gemaakt.
3. Help loyaal uw vele broeders,
Ook die nieuw zijn of niet sterk,
In de dienst en bij hun studie;
Bied hun hulp bij al het werk.
Daar wij één familie vormen,
Heerst er nimmer achterdocht,
Maar in ons contact met broeders
Blijven wij aan hen verknocht.
4. Onbetrouwbaar is de wereld.
Blijf daarom altijd loyaal
Jegens ieder wie dit toekomt;
Satan wordt zo telkenmaal
Als een leugenaar gebrandmerkt,
Maar Jehovah krijgt gelijk.
Dit bereidt Jehovah vreugde
En òns wacht zijn Vrederijk.