Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Met Christus in het Paradijs

Met Christus in het Paradijs

Lied 218

Met Christus in het Paradijs

(Lukas 23:43)

1. ’Gij komt in ’t Paradijs met mij’.

Dit woord, dat Jezus troostend zei

Tot een der rovers aan de paal,

Geeft hoop, ons allemaal;

Gods Woord spreekt ware taal.

Dat doden opstaan, geeft ons moed;

De dood verliest zijn kracht voorgoed!

Geef dus, uit dank voor ’t Koninkrijk,

Steeds van uw liefde blijk;

Gods gunst maakt u dan rijk.

2. De „grote schare” wacht als prijs

Geluk in ’t aardse Paradijs;

En nu geen angst hun vree verstoort,

Gaan zij vrijmoedig voort,

Gehoorzaam aan Gods Woord.

Wij vragen God, in ned’righeid,

Om hem in alle eeuwigheid

Te mogen dienen, dag aan dag

Getrouw in ons gedrag,

Vol blijdschap en ontzag.

3. Die „schare” komt — hoe groots die prijs! —

Met Christus in het Paradijs.

De wond’ren die God thans verricht,

Zien zij in ’t waarheidslicht;

God schenkt hun helder zicht.

Goed nieuws van redding brengen zij;

Elk maakt het hart van mensen blij.

Zij doen Gods wil en hand’len wijs;

Zó winnen zij de prijs:

Het aardse Paradijs.