Ons als „een mindere” gedragen
Lied 122
Ons als „een mindere” gedragen
1. Al wie Jehovah’s wetten houdt
En zich erdoor laat leren,
Ontvangt zijn zegen en zijn gunst,
Wat hem veel doet presteren.
Maar onvolmaaktheid kleeft ons aan,
Is erfelijk verkregen.
Dit wetend, past ons ned’righeid
Bij ’t volgen van Gods wegen.
2. ’Gedraag u als een mindere’,
Heeft Jezus aangeraden.
Dat brengt ons vrede, harmonie,
Verbetert onze daden.
Met vreugde diende Jezus God,
Deed al diens welgevallen.
Hij onderwierp zich aan Gods wil
— Een voorbeeld voor ons allen.
3. Wij moeten steeds de eersten zijn
Om and’ren eer te geven.
Bedenk dat Jezus’ offer ook
Uw broeders zal doen leven.
Zij zijn van God; elk heeft van hem
Talenten meegekregen.
Gedraag u dus als mindere
— Goed evenwicht brengt zegen.
4. ’t Gezagsbeginsel is een hulp
Om inzicht te doen groeien:
Door zelf wat achteraf te staan,
Kan liefde beter bloeien.
Gods geest is werkzaam, biedt ons steun
Om vallen te vermijden.
Een juiste band met onze God
Houdt ned’rig en bescheiden.