Lied 83

Sions reden tot verheuging

(Jesaja 66:8)

1. Jehovah heeft een natie,

Ontstaan in deze tijd,

En hij bracht ook een „land” voort

Waar niemand rouwt of strijdt.

Jehovah’s hemels’ Sion

Heeft plotseling gebaard:

Haar vele zonen loven

Gods naam op heel de aard.

(Refrein)

2. De pasgeboren natie

Bracht vreugd en nieuwe moed;

Ze dient Gods rijk met blijdschap,

Verzorgt Gods kudde goed.

Want Sions trouwe kind’ren,

Die beven voor Gods woord,

Verkondigen vrijmoedig

Gods boodschap, onverstoord.

(Refrein)

3. Zijn voornemen vervullend,

Schudt God de natiën thans.

’Begeerlijken der natiën’

Gaan naar zijn huis vol glans.

Heel dankbaar voor het voorrecht

Te strijden voor Gods faam,

Buigt elk zich voor Jehovah

En looft zijn grote naam.

(REFREIN)

Heb vreugd, wees blij, het hemels’ Sion leeft!

Jehovah toont dat zij zijn liefde heeft.

Haar zoons op aard zijn tekenen voortaan;

Zij liggen aan Jehovah’s tafel aan.