Vrees hen niet!
Lied 27
Vrees hen niet!
1. Ga, mijn volk, en blijf getuigen:
’t Koninkrijk is opgericht!
Heb geen vrees, verspreid uw licht;
Breng de waarheid en bericht
Dat mijn Zoon, die heerst als Koning,
Reeds de hemel heeft ontdaan
Van de Duivel, die hij bindt straks,
Wiens gevang’nen hij laat gaan.
(Refrein)
2. Ook al is de vijand talrijk,
Ook al wordt u vaak gesmaad,
Ook al wordt door ’mooi gepraat’
Hij misleid die zwak nog staat,
Vrees hen niet, mijn trouwe strijders,
Predik en toon grote moed,
Want wie mij getrouw blijft dienen,
Wordt voor slavernij behoed.
(Refrein)
3. Vrees nooit dat u wordt verlaten,
Weet, ik blijf uw schild en kracht,
Ook als doodsgevaar u wacht:
Zelfs de dood verliest zijn macht!
Heb geen vrees, mijn christenstrijders,
Richt verheugd uw blik omhoog;
Ik bescherm elk die getrouw is
Als de appel van mijn oog.
(REFREIN)
Vrees niet hen die slechts het lichaam
Maar de ziel niet kunnen slaan.
Wie volhardt tot aan het einde
Zal de prijs geenszins ontgaan.