Vreugde over de opstanding
Lied 102
Vreugde over de opstanding
1. Lazarus lag slapend
In een graf van steen.
Droefheid bij zijn zusters;
Alom veel geween.
’Was toch zijn vriend Jezus
Eerder hier geweest,
Dan zou hij nog leven’,
Zei men droef van geest.
Eindelijk kwam Jezus
— Spanning steeg ten top! —
Hij sprak luid de woorden:
’Lazarus, sta op!’
Deze kwam naar buiten,
Zwachtels om zich heen;
Blijdschap bij zijn vrienden:
Vreugde voor geween!
2. Jezus’ vrienden hoopten
Snel bevrijd te zijn.
Maar zijn dood bracht wanhoop,
Moedeloosheid, pijn.
Droevig legden zij toen
Jezus in een graf,
Voelden zich zo somber:
Liep nu alles af?
Maar het kille Hades
Had niet lang gezag;
God bracht hem tot leven
Op de derde dag.
Vreugde bij zijn vrienden:
Hij was opgewekt!
’Dood en Hades’-sleutels
Werden hem verstrekt.
3. Adams val in Eden
Heeft de dood gebracht.
T’rugkeer van de doden
Komt door Christus’ macht.
Doden in de Hades
Horen ééns zijn stem
En, te voorschijn komend,
Leven zij door hem.
Ieder wordt geoordeeld
Voor Gods witte troon
Naar wat dan gedaan wordt,
En verkrijgt zijn loon.
En als Gods gedenkboek
Dan hun naam bewaart,
Wacht hun eeuwig leven
Op zijn nieuwe aard.