Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wij moeten heilig zijn

Wij moeten heilig zijn

Lied 54

Wij moeten heilig zijn

(1 Petrus 1:15, 16)

1. God draagt ons op altijd heilig te leven,

Want Jezus’ slachtoffer maakte ons rein.

Als een gering volk zij nu ons streven

Voor aller oog rein en heilig te zijn.

2. Als Gods bezit zijn wij nu afgezonderd,

Zijn „heil’ge natie” en zijn „grote schaar”.

Toon dat u Gods wet vurig bewondert;

Handel verstandig en leef er steeds naar.

3. Voorwaarts gaand, zien wij met steeds groter klaarheid

Hoe God ons loutert en ons onderricht.

Hij werpt geleid’lijk licht op de waarheid;

Zie dus niet om naar wat achter u ligt.

4. Wandel getrouw in Gods licht, al uw dagen,

En groei in heiligheid, daar God dit zegt.

Loof zo Jehovah, blijf hem behagen;

Hij is de Heilige, trouw en oprecht.