„Wijsheid is bij de bescheidenen”
Lied 73
„Wijsheid is bij de bescheidenen”
1. Wie wandelt met de ware God,
Betrachte steeds bescheidenheid,
Beseffend heel erg klein te zijn
Naast God, zo groot, vol majesteit.
2. Dat wij „onnutte slaven” zijn,
Zien wij als zondaars duid’lijk in.
Bescheiden zijn, past iedereen,
Verschaft een christen groot gewin.
3. ’Gedraag u als een mindere’,
Heeft Jezus zelf ons eens geleerd.
Dus wie zich opblaast of wie snoeft,
Toont dat hij deze raad negeert.
4. Met vrees en beven dienen wij
Jehovah, die te loven is,
Bescheiden met hem wandelend
Door wijsheid die van boven is.