Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Zegen Jehovah, o mijn ziel”

„Zegen Jehovah, o mijn ziel”

Lied 1

„Zegen Jehovah, o mijn ziel”

(Psalm 103)

1. Zegen, o mijn ziel, Jehovah,

Prijs en verheerlijk zijn heil’ge naam!

Hij vergeeft barmhartig dwaling

En hij verwijdert droefheid en blaam.

Onze God is mild en goedgunstig,

Langzaam toornig, eindeloos goed.

Hij schenkt allen die hem vrezen

Liefde en gunst in overvloed.

2. Onze liefdevolle Vader

Schiet in barmhartigheid nooit te kort,

Steeds gedachtig dat wij stof zijn,

Als slechts een bloesem, die snel verdort.

Liefderijke goedheid betoont hij

Wie hem vrezen, trouw, toegewijd.

Als wij acht slaan op zijn wetten,

Schraagt hij ons in rechtvaardigheid.

3. Want Jehovah heeft bevestigd

Hoog in de hemel zijn grootse troon.

Over al zijn scheppingswerken

Spreidt hij zijn macht en luister tentoon.

Prijs Jehovah, gij legerscharen,

Gij zijn eng’len, zeer groot in kracht.

Prijs Jehovah, al gij werken;

Prijs hem, mijn ziel, met al uw macht!