Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Zich met Gods natie verheugen

Zich met Gods natie verheugen

Lied 201

Zich met Gods natie verheugen

(Psalm 106:5)

1. Door van ’t Koninkrijk te spreken,

Willen wij de mensheid smeken:

„Lees Gods Woord, begrijp het teken!

Gods beloften zijn steeds waar gebleken.”

God roept heel de mensheid

Uit een lot vol angst en doodsstrijd

Naar een toekomst die tot vreugd leidt,

Naar een Nieuwe Wereld, zonder droefheid.

(Refrein)

2. Aan Jehovah opgedragen,

Zal zijn „natie” erin slagen

Om Jehovah te behagen

En de reddingsboodschap uit te dragen.

Gunst zal God ons geven

Als wij net als Jezus leven

En, door liefde aangedreven,

Altijd trachten godsvrucht na te streven.

(Refrein)

3. In een land dat ruim en goed is,

Waar geen twist, noch druk of knoet is,

Leeft een volk dat goed gevoed is,

God met ijver dient en welgemoed is.

Niemand zucht, wil strijden,

Want Gods waarheid blijft hen leiden

En zij willen God verblijden.

Ieder wil Zijn naam veel lof bereiden.

(REFREIN)

Dus kom, gij volken, wees blij;

Sta Gods „natie” trouw bij,

Breng de boodschap die leven ontsluit.

Buig neer voor God op zijn troon;

Breng slechts hem eerbetoon,

Zie met vreugd naar Gods koninkrijk vooruit.