Zich met Gods natie verheugen
Lied 201
Zich met Gods natie verheugen
1. Door van ’t Koninkrijk te spreken,
Willen wij de mensheid smeken:
„Lees Gods Woord, begrijp het teken!
Gods beloften zijn steeds waar gebleken.”
God roept heel de mensheid
Uit een lot vol angst en doodsstrijd
Naar een toekomst die tot vreugd leidt,
Naar een Nieuwe Wereld, zonder droefheid.
(Refrein)
2. Aan Jehovah opgedragen,
Zal zijn „natie” erin slagen
Om Jehovah te behagen
En de reddingsboodschap uit te dragen.
Gunst zal God ons geven
Als wij net als Jezus leven
En, door liefde aangedreven,
Altijd trachten godsvrucht na te streven.
(Refrein)
3. In een land dat ruim en goed is,
Waar geen twist, noch druk of knoet is,
Leeft een volk dat goed gevoed is,
God met ijver dient en welgemoed is.
Niemand zucht, wil strijden,
Want Gods waarheid blijft hen leiden
En zij willen God verblijden.
Ieder wil Zijn naam veel lof bereiden.
(REFREIN)
Dus kom, gij volken, wees blij;
Sta Gods „natie” trouw bij,
Breng de boodschap die leven ontsluit.
Buig neer voor God op zijn troon;
Breng slechts hem eerbetoon,
Zie met vreugd naar Gods koninkrijk vooruit.