Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Codex Leningradensis

Codex Leningradensis

Deze codex (aangeduid als B 19A) is het oudst bekende volledige Hebreeuwse manuscript van de Hebreeuwse Geschriften (het Oude Testament). De codex bevat de masoretische tekst, die in 1008/1009 n.Chr. werd overgeschreven in Al-Fustāt (het oude Caïro), in Egypte. (Zie MASORETISCHE TEKST.) De Codex Leningradensis wordt bewaard in de Russische Nationale Bibliotheek in Sint-Petersburg (vroeger Leningrad), in Rusland.

De codex bestaat uit 491 bladen dik, wit perkament van 30 bij 27 cm. De tekst is verdeeld over drie kolommen per bladzijde, behalve in de poëtische boeken Job, Psalmen en Spreuken, waar de tekst over twee kolommen per bladzijde verdeeld is.

De Codex Leningradensis werd gemaakt door de schrijver Samuël ben Jakob. Hij gebruikte verschillende manuscripten die waren gemaakt door de bekende Joodse geleerde Aäron ben Asjer, die alle toen beschikbare manuscripten van de Hebreeuwse Geschriften had onderzocht met het doel een tekst te reconstrueren die zo dicht mogelijk bij het origineel kwam. Deze codex vormt de basis voor recente wetenschappelijke edities van de Biblia Hebraica, de Hebreeuwse tekst waarop de meeste moderne Bijbelvertalingen zijn gebaseerd. (Zie BIBLIA HEBRAICA.)

De Hebreeuwse Bijbeltekst in de Codex Leningradensis komt vrijwel volledig overeen met wat is gevonden in veel van de Dode Zeerollen, die meer dan 1000 jaar ouder zijn. (Zie DODE ZEEROLLEN.) Hoewel er enkele variaties zijn in de bewoordingen, blijft de boodschap gelijk. (Zie App. A3.)