Tyndale, William
(c. 1494-1536) Een geestelijke, geleerde en Bijbelvertaler die in Engeland was geboren en daar ook zijn opleiding kreeg. Hij was de eerste die de christelijke Griekse Geschriften en de Pentateuch uit de oorspronkelijke talen in het Engels vertaalde. Hij vertaalde ook passages uit de Hebreeuwse Geschriften om voorgelezen te worden in de kerk en publiceerde die samen met de christelijke Griekse Geschriften. Mogelijk heeft hij ook andere boeken van de Hebreeuwse Geschriften vertaald.
Tyndale wilde de Bijbel in het Engels vertalen zodat de gewone mensen Gods Woord in hun moedertaal konden lezen. Maar hij kreeg te maken met felle tegenstand van de katholieke kerk in Engeland. De geestelijkheid wilde dat de Bijbel in het Latijn bleef, een taal die de meeste mensen niet begrepen. Daarom ging Tyndale in 1524 naar Duitsland om daar de christelijke Griekse Geschriften te vertalen. In 1525 probeerde hij zijn Engelse vertaling in Keulen te publiceren, maar ook dat stuitte op weerstand. Voor zover bekend is alleen het zogenoemde Keulse fragment (een kopie van het evangelie van Mattheüs tot halverwege hoofdstuk 22) overgebleven van die eerste druk. Uiteindelijk lukte het Tyndale in 1526 om de volledige christelijke Griekse Geschriften in het geheim te laten drukken in Worms (Duitsland).
Kopieën van Tyndales vertaling werden Engeland binnengesmokkeld, maar veel daarvan werden in beslag genomen en verbrand. Tyndale verhuisde van Duitsland naar Antwerpen, waar hij de Pentateuch vertaalde (1530) en een herziening van de christelijke Griekse Geschriften maakte (1534). In 1535 werd hij verraden en gearresteerd wegens ketterij. Hij werd gevangengezet in het kasteel van Vilvoorde, ten noorden van Brussel, en werd in oktober 1536 terechtgesteld.
In 1537 werd een deel van Tyndales werk opgenomen in de ‘Matthew’s Bible’ van John Rogers, die nauw met Tyndale had samengewerkt. Later werd veel van Tyndales werk ook gebruikt in de Great Bible van 1539 en in de King James Bible van 1611.
Tyndales vertaling uit het oorspronkelijke Hebreeuws en Grieks bracht de boodschap van de Bijbel in duidelijke taal over voor Engelssprekende mensen in die tijd. Hij gebruikte krachtige, eenvoudige bewoordingen, die in sommige gevallen een blijvende invloed hebben gehad op de Engelse taal. Hij was ook heel zorgvuldig in zijn woordkeus. Hij gebruikte bijvoorbeeld ‘liefde’ in plaats van ‘charitas’ (liefdadigheid); ‘gemeente’ in plaats van ‘kerk’; ‘oudste’ of ‘ouderling’ in plaats van ‘priester’; en ‘berouw’ in plaats van ‘boetedoening’. Sommige termen, zoals ‘Pascha’, ‘vredestichter’ en ‘zondebok’ werden vaste uitdrukkingen. Het belangrijkste is dat Tyndale in zijn vertaling van de Pentateuch Gods naam gebruikte, die hij weergaf als ‘Iehouah’. Dit was de eerste keer dat Gods naam in een Engelse Bijbel voorkwam. (Zie App. A4.)