Codex Alexandrinus
Deze codex dateert van begin vijfde eeuw en omvatte oorspronkelijk de volledige Bijbel in het Grieks. Van de 11de tot de 17de eeuw (1627) maakte de codex deel uit van de collectie van de patriarch van Alexandrië (Egypte) — vandaar de naam Codex Alexandrinus. De bladen van dit manuscript zijn van velijn, en de tekst is geschreven in unciaalschrift. (Zie MANUSCRIPTEN; UNCIAAL.) Van de naar schatting 820 oorspronkelijke bladen van deze codex zijn er 773 bewaard gebleven. De codex bestaat nu uit vier delen die worden bewaard in de British Library in Londen. De eerste drie delen bevatten de tekst van de Septuaginta-vertaling van de Hebreeuwse Geschriften en het vierde deel bevat de christelijke Griekse Geschriften.
Deze codex was een van de eerste Griekse Bijbelhandschriften die beschikbaar kwamen voor wetenschappelijke studie. Omdat de codex zo oud is en van zo’n goede kwaliteit, wordt die bezien als een van de waardevolste manuscripten van zowel de tekst van de Griekse Septuaginta als de tekst van de christelijke Griekse Geschriften. Het is dan ook een van de belangrijkste bronnen voor moderne Bijbelvertalingen. Wetenschappers hebben dit gezaghebbende manuscript samen met de Codex Sinaiticus en de Codex Vaticanus gebruikt om toevoegingen en schrijffouten in latere Bijbelhandschriften te herkennen en te corrigeren. (Zie aantekening bij Lu 10:1 en App. A5.)