Kopiist
In de Bijbel wordt deze term gebruikt voor iemand die kopieën maakte van delen van de Schrift en andere documenten (Ezr 7:6).
Vroeger werden kopieën van geschreven tekst met de hand gemaakt — traag, zorgvuldig werk waarvoor veel vaardigheid nodig was (Ps 45:1). Kopiisten die bij naam in de Bijbel genoemd worden zijn Ezra, Zadok en Safan (Ne 12:26; 13:13; Jer 36:10). Mede dankzij de kopiisten is de geïnspireerde Schrift bewaard gebleven toen de originele documenten verouderden en achteruitgingen. Daarnaast nam de vraag naar kopieën van de Schrift toe naarmate het aantal lezers toenam. Het werk van een kopiist omvatte vaak uitgebreide procedures voor controle en correctie. Sommige kopiisten telden zelfs de woorden en de letters van wat ze kopieerden. De vaardigheid en zorgvuldige controles van deze kopiisten hebben er ongetwijfeld toe bijgedragen dat Gods Woord door de eeuwen heen bewaard is gebleven.