Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wereld

Wereld

In de christelijke Griekse Geschriften is ‘wereld’ een weergave van het Griekse woord kosmos. De grondbetekenis van dit Griekse woord is ‘ordening’ of ‘regeling’. Volgens een geleerde duidde het woord oorspronkelijk op ‘het proces om verschillende zaken in elkaar te laten passen of op het resultaat van zo’n proces’. Kosmos kan dus worden gebruikt voor het opstellen van soldaten voor de strijd, het bereiden van een maaltijd of het componeren van een lied. En omdat orde en symmetrie vaak in verband worden gebracht met schoonheid, werd kosmos door de Grieken ook gebruikt in de betekenis van ‘versiering’, vooral in verband met vrouwen (1Pe 3:3). Het Nederlandse woord ‘cosmetica’ is afkomstig van dit Griekse woord. Volgens Griekse schrijvers uit de oudheid werd het woord later toegepast op het universum. (Vergelijk Han 17:24 [en aantekening], waar Paulus het woord mogelijk in die betekenis gebruikte.) Nog later werd dit woord gebruikt voor de mensheid.

Kosmos wordt in de christelijke Griekse Geschriften voornamelijk in verband gebracht met de mensenwereld. In verschillende contexten wordt het in de volgende betekenissen gebruikt: (1) De mensheid als geheel, ongeacht de morele toestand of manier van leven (Mt 5:14; 26:13; Jo 3:16 en aantekening; Ro 5:12; 1Jo 4:14). (2) De georganiseerde menselijke samenleving of de menselijke levenssfeer en omstandigheden waarin iemand wordt geboren en waarin hij leeft (Lu 9:25 en aantekening; Jo 16:21 en aantekening; 1Ti 6:7; Jak 2:5; 1Jo 3:17). (In deze betekenis is kosmos soms vergelijkbaar met het Griekse woord aion, dat vertaald kan worden met ‘tijdperk’, ‘wereld’ of ‘samenstel van dingen’. Zie SAMENSTEL VAN DINGEN.) (3) De mensenwereld met uitzondering van Jehovah’s goedgekeurde aanbidders; de onrechtvaardige menselijke samenleving die van God vervreemd is (Mt 4:8; Jo 15:19 en aantekening; 17:14 en aantekening; 1Kor 2:12 en aantekening; Heb 11:7; 2Pe 2:5; 3:6; 1Jo 5:19). In al die gevallen brengt kosmos nog steeds de grondgedachte van ‘ordening’ of ‘regeling’ over, aangezien de mensenwereld een bepaalde structuur heeft en bestaat uit verschillende culturen, stammen, volken en economische stelsels (Opb 7:9; 14:6).