Jezus Christus
Hoe belangrijk is Jezus’ rol in de vervulling van Jehovah’s voornemen?
Han 4:12; 10:43; 2Kor 1:20; Fil 2:9, 10
Zie ook Sp 8:22, 23, 30, 31; Jo 1:10; Opb 3:14
-
Toepasselijke Bijbelverslagen:
-
Mt 16:13-17 — De apostel Petrus zegt dat Jezus de Christus is en de Zoon van God
-
Mt 17:1-9 — Drie van Jezus’ apostelen zien een visioen van zijn toekomstige glorie en horen Jehovah zeggen dat Jezus zijn Zoon is
-
Wat maakte Jezus anders dan alle andere mensen?
Jo 8:58; 14:9, 10; Kol 1:15-17; 1Pe 2:22
-
Toepasselijke Bijbelverslagen:
-
Mt 21:1-9 — Jezus’ intocht in Jeruzalem is een vervulling van een profetie over de Messiaanse Koning, die door Jehovah is uitgekozen
-
Heb 7:26-28 — De apostel Paulus legt uit waarom Jezus, de grotere Hogepriester, verschilt van alle andere hogepriesters
-
Wat leren Jezus’ wonderen ons over Jezus en zijn Vader?
-
Toepasselijke Bijbelverslagen:
-
Mt 4:23, 24 — Jezus laat zien dat hij macht heeft over de demonen en dat hij elke ziekte en kwaal kan genezen
-
Mt 14:15-21 — Jezus vermenigvuldigt door een wonder vijf broden en twee vissen om duizenden hongerige mensen te eten te geven
-
Mt 17:24-27 — Jezus voorziet door een wonder in een munt zodat Petrus de tempelbelasting kan betalen en anderen geen aanstoot zullen nemen
-
Mr 1:40, 41 — Uit medelijden geneest Jezus een melaatse man, wat laat zien dat hij zieke mensen heel graag wil genezen
-
Mr 4:36-41 — Jezus brengt een hevige storm tot bedaren, waarmee hij laat zien dat zijn Vader hem zelfs gezag heeft gegeven over de natuurkrachten
-
Jo 11:11-15, 31-45 — Jezus huilt omdat zijn vriend Lazarus gestorven is. Vervolgens brengt hij Lazarus weer tot leven, waardoor hij laat zien dat hij een hekel heeft aan de dood en alle gevolgen ervan voor de mensheid
-
Wat was het hoofdthema van Jezus’ onderwijs?
Wat zijn enkele mooie eigenschappen die Jezus toonde toen hij op aarde was? Hij was . . .
Benaderbaar — Mt 13:2; Mr 10:13-16; Lu 7:36-50
Gehoorzaam — Lu 2:40, 51, 52; Heb 5:8
Liefdevol — Jo 13:1; 14:31; 15:13; 1Jo 3:16
Meelevend; barmhartig — Mr 5:25-34; Lu 7:11-15
Moedig — Mt 4:2-11; Jo 2:13-17; 18:1-6
Nederig — Mt 11:29; 20:28; Jo 13:1-5; Fil 2:7, 8
Wijs — Mt 12:42; 13:54; Kol 2:3
Waarom gaf Jezus zijn leven als offer, en wat betekent dat voor ons?
Waarom kunnen we blij zijn dat Jezus Christus als Koning in de hemel regeert?
Ps 72:12-14; Da 2:44; 7:13, 14; Opb 12:9, 10
-
Toepasselijke Bijbelverslagen:
-
Ps 45:2-7, 16, 17 — Deze psalm laat zien dat de door God uitgekozen Koning al zijn vijanden zal overwinnen en zal regeren met waarheid, nederigheid en rechtvaardigheid
-
Jes 11:1-10 — Wanneer Jezus als Koning regeert, zal de aarde een paradijs zijn en zal er vrede zijn
-
Wat zal Jezus binnenkort doen?