Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

DEEL 12

Laat zien dat u echt geloof hebt!

Laat zien dat u echt geloof hebt!

GOD waarschuwt zijn aanbidders voor beproevingen op hun geloof. Zijn Woord zegt: „Weest waakzaam. Uw tegenstander, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden” (1 Petrus 5:8). Hoe zou Satan kunnen proberen uw geloof kapot te maken?

Hebt u dit soort tegenstand ervaren?

Satan kan anderen gebruiken, zelfs mensen die u dierbaar zijn, om u onder druk te zetten de Heilige Schrift niet te onderzoeken. Jezus voorzei hierover: „’s Mensen vijanden zullen zijn eigen huisgenoten zijn” (Mattheüs 10:36). Goedbedoelende familieleden en vrienden weten misschien niets van de geweldige waarheden die in Gods Woord te vinden zijn. Of misschien zijn ze bang voor wat anderen denken. Maar de Schrift zegt: „Het beven voor mensen, dat spant een strik, maar hij die op Jehovah vertrouwt, zal beschermd worden” (Spreuken 29:25). Als u er om mensen een plezier te doen mee stopt dingen uit de Schrift te leren, doet u God daar dan een plezier mee? Nee! Maar als we echt geloof tonen, helpt God ons. „Wij behoren niet tot het soort dat terugdeinst, wat tot vernietiging leidt, maar tot het soort dat geloof heeft, wat tot het in het leven behouden van de ziel leidt” (Hebreeën 10:39).

Denk nog eens aan Dumas, die eerder werd genoemd. In het begin lachte zijn vrouw hem uit om zijn geloof. Maar later ging ze samen met hem Gods Woord onderzoeken. Bij u kan het net zo gaan: als u ermee doorgaat te doen wat goed is, zullen uw vrienden en familieleden uw voorbeeld misschien volgen. In veel gevallen is een familielid „zonder woord gewonnen” door het „eerbare gedrag” en de „diepe achting” van iemand die echt geloof toont (1 Petrus 3:1, 2).

Satan probeert mensen ook te laten denken dat ze het te druk hebben om de Schrift te bestuderen. Als het aan hem ligt, „verstikken” de zorgen van het leven — persoonlijke problemen en geldzorgen — bij u „het woord”, zodat uw geloof „onvruchtbaar” wordt (Markus 4:19). Word nooit zo kortzichtig! De Schrift zegt: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Johannes 17:3). Om eeuwig leven in het Paradijs te krijgen is het dus nodig steeds meer te leren over God en Jezus, de Messias!

Bid om Gods hulp

Denk eens aan Mozes. Hij was lid van de koninklijke familie van Egypte. Hij had rijkdom, roem en macht kunnen nastreven. Toch „verkoos hij veel liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan de tijdelijke genieting der zonde te hebben”. Waarom? „Hij bleef standvastig als zag hij de Onzichtbare” (Hebreeën 11:24, 25, 27). Mozes had dus een sterk geloof in God. Hij stelde Gods belangen boven zelfzuchtige doelen, en God zegende hem overvloedig. Als u hetzelfde doet, zal God ook u zegenen.

Satan kan op verschillende manieren proberen u tot zijn prooi te maken. Maar u hoeft geen slachtoffer van hem te worden. Gods Woord geeft de dringende raad: „Weerstaat de Duivel en hij zal van u wegvluchten” (Jakobus 4:7). Hoe kunt u hem weerstaan?

Blijf de Heilige Schrift bestuderen. Lees elke dag in Gods Woord. Bestudeer de leringen ervan. Pas de raad eruit toe. Zo zult u „de volledige wapenrusting van God” aandoen, waarmee u Satans aanvallen kunt afweren (Efeziërs 6:13).

Ga met mensen om die echt geloof hebben. Zoek anderen op die de Heilige Schrift lezen, bestuderen en toepassen. Zulke mensen zullen „op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen” en „elkaar aanmoedigen”. Ze zullen u helpen in geloof te groeien (Hebreeën 10:24, 25).

Ga met anderen om die geloof hebben

Bouw een hechte band met Jehovah op. Bid om Gods hulp en vertrouw op hem. Vergeet nooit dat God u wil helpen. U kunt „al uw bezorgdheid op hem [werpen], want hij zorgt voor u” (1 Petrus 5:6, 7). „God is getrouw, en hij zal niet toelaten dat gij wordt verzocht boven hetgeen gij kunt dragen, maar met de verzoeking zal hij ook voor de uitweg zorgen, opdat gij ze kunt doorstaan” (1 Korinthiërs 10:13).

Satan bespot God en zegt dat niemand Hem zal blijven dienen als hij daardoor problemen krijgt. Maar u hebt de gelegenheid te bewijzen dat Satan liegt! „Wees wijs,” zegt God, „en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont” (Spreuken 27:11). Wees dus vastbesloten om te laten zien dat u echt geloof hebt!