Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 22

‘Laat de wil van Jehovah gebeuren’

‘Laat de wil van Jehovah gebeuren’

Paulus is vastbesloten Gods wil te doen en gaat naar Jeruzalem

Gebaseerd op Handelingen 21:1-17

1-4. Waarom gaat Paulus naar Jeruzalem, en wat staat hem daar te wachten?

 HET afscheid in Milete is erg emotioneel. Het is heel moeilijk voor Paulus en Lukas om de ouderlingen van Efeze achter te laten, van wie ze zo veel zijn gaan houden! De twee zendelingen staan op het dek van het schip. In hun bagage zit proviand voor onderweg. Ze hebben ook de giften bij zich die ze hebben ingezameld voor behoeftige christenen in Judea, en ze willen die giften graag afleveren.

2 Een zacht briesje doet de zeilen bollen en het schip laat de drukke kade langzaam achter zich. De twee mannen en hun zeven reisgenoten kijken naar de verdrietige gezichten van hun broeders op de kade (Hand. 20:4, 14, 15). De reizigers blijven zwaaien totdat hun vrienden uit het zicht zijn verdwenen.

3 Ongeveer drie jaar lang heeft Paulus nauw samengewerkt met de ouderlingen van Efeze. Maar nu gaat hij, onder leiding van de heilige geest, naar Jeruzalem. Hij heeft een vermoeden wat hem daar te wachten staat. Eerder zei hij tegen de ouderlingen van Efeze: ‘Nu ben ik, gebonden in de geest, op weg naar Jeruzalem, hoewel ik niet weet wat er daar met me zal gebeuren. Ik weet alleen dat de heilige geest me van stad tot stad herhaaldelijk waarschuwt dat me gevangenschap en beproevingen te wachten staan’ (Hand. 20:22, 23). Ondanks het gevaar voelt Paulus zich ‘gebonden in de geest’. Dat betekent dat hij zich verplicht voelt en bereid is om de leiding van de geest te volgen en naar Jeruzalem te gaan. Hij vindt zijn leven belangrijk, maar het doen van Gods wil is het allerbelangrijkste voor hem.

4 Denk jij er net zo over? Als je je aan Jehovah opdraagt, beloof je hem plechtig dat het doen van zijn wil het belangrijkste in je leven zal zijn. We gaan kijken hoe het trouwe voorbeeld van Paulus ons daarbij kan helpen.

Langs ‘het eiland Cyprus’ (Handelingen 21:1-3)

5. Via welke route voeren Paulus en zijn reisgenoten naar Tyrus?

5 Het schip dat Paulus en zijn reisgenoten namen, ‘zette rechtstreeks koers naar Kos’. Dat wil zeggen dat het wind mee had en niet hoefde te laveren, en met deze gunstige wind bereikten ze Kos nog diezelfde dag (Hand. 21:1). Blijkbaar is de boot daar ’s nachts voor anker gegaan voordat ze verdergingen naar Rhodos en Patara. In Patara, aan de zuidkust van Klein-Azië, gingen de broeders aan boord van een groot vrachtschip, dat hen rechtstreeks naar Tyrus, in Fenicië, bracht. Onderweg lieten ze ‘het eiland Cyprus aan de linkerkant liggen’ (Hand. 21:3). Waarom vermeldde Lukas, de schrijver van Handelingen, dat detail?

6. (a) Waarom was het voor Paulus misschien aanmoedigend om Cyprus te zien liggen? (b) Als je nadenkt over de manieren waarop Jehovah je gezegend en geholpen heeft, hoe voel je je dan?

6 Misschien heeft Paulus naar het eiland gewezen en verteld wat hij daar allemaal had meegemaakt. Op zijn eerste zendingsreis, zo’n negen jaar daarvoor, had Paulus samen met Barnabas en Johannes Markus veel tegenstand gekregen van de tovenaar Elymas (Hand. 13:4-12). Toen Paulus dit eiland zag en terugdacht aan de gebeurtenissen daar, zal dat hem misschien aangemoedigd en gesterkt hebben voor wat hem te wachten stond. Ook voor ons kan het goed zijn erbij stil te staan hoe Jehovah ons heeft gezegend en heeft geholpen beproevingen te doorstaan. Misschien zullen we ons dan net zo voelen als David, die schreef: ‘De rechtvaardige maakt veel ellende mee, maar steeds opnieuw redt Jehovah hem’ (Ps. 34:19).

‘We gingen op zoek naar de discipelen’ (Handelingen 21:4-9)

7. Wat deden de reizigers toen ze in Tyrus aankwamen?

7 Paulus vond omgang met broeders en zusters heel belangrijk, en hij wilde graag bij ze zijn. Lukas vertelt wat ze deden toen ze in Tyrus aankwamen: ‘We gingen op zoek naar de discipelen’ (Hand. 21:4). Omdat ze wisten dat er christenen in Tyrus waren, gingen ze naar hen op zoek en waarschijnlijk hebben ze bij hen onderdak gekregen. Een van de mooie zegeningen van de waarheid is dat je overal waar je naartoe gaat geloofsgenoten kunt ontmoeten die je zullen verwelkomen. Als je van Jehovah houdt en hem aanbidt, heb je overal in de wereld vrienden.

8. Hoe moeten we Handelingen 21:4 opvatten?

8 De groep bleef zeven dagen in Tyrus. In die periode gebeurde er iets dat verwarrend kan lijken: ‘Vanwege wat de geest had onthuld, zeiden ze [de broeders in Tyrus] herhaaldelijk tegen Paulus dat hij geen voet in Jeruzalem moest zetten’ (Hand. 21:4). Was Jehovah van gedachten veranderd? Gaf hij Paulus nu aanwijzingen om niet naar Jeruzalem te gaan? Nee, de heilige geest had aangegeven dat Paulus in Jeruzalem slecht behandeld zou worden, maar niet dat hij die stad moest vermijden. Blijkbaar hebben de broeders in Tyrus door middel van de heilige geest terecht geconcludeerd dat Paulus in Jeruzalem gevaar zou lopen. Uit bezorgdheid drongen ze er daarom bij Paulus op aan daar niet naartoe te gaan. Het was begrijpelijk dat ze Paulus tegen zo’n gevaar wilden beschermen. Maar Paulus was vastbesloten Jehovah’s wil te doen en reisde verder naar Jeruzalem (Hand. 21:12).

9, 10. (a) Aan welke situatie kan Paulus hebben gedacht toen de broeders in Tyrus hun bezorgdheid uitten? (b) Welk idee is in deze wereld populair, maar wat zei Jezus?

9 Toen de broeders Paulus smeekten om niet naar Jeruzalem te gaan, moest hij misschien denken aan een vergelijkbare reactie van Jezus’ discipelen. Toen Jezus vertelde dat hij naar Jeruzalem zou gaan, veel lijden zou ondergaan en gedood zou worden, liet Petrus zich door zijn gevoelens meeslepen. Hij zei tegen Jezus: ‘Wees goed voor jezelf, Heer. Dat zal je zeker niet overkomen.’ Daarop antwoordde Jezus: ‘Ga achter mij, Satan! Je bent een struikelblok voor me, want jouw gedachten zijn niet Gods gedachten maar die van mensen’ (Matth. 16:21-23). Jezus was vastbesloten om Gods wil te doen en zijn leven te offeren. Ook Paulus was bereid om vanwege Gods wil te lijden en zelfs te sterven. De broeders in Tyrus bedoelden het net als Petrus ongetwijfeld goed, maar ze begrepen niet wat Gods wil was.

Om Jezus na te volgen is zelfopoffering nodig

10 Ook nu vinden veel mensen dat je goed voor jezelf moet zijn of de weg van de minste weerstand moet volgen. Mensen zoeken over het algemeen een religie waar ze zich goed bij voelen en die weinig van haar leden vraagt. Maar Jezus spoorde aan tot een heel andere instelling. Hij zei tegen zijn discipelen: ‘Als iemand mijn volgeling wil worden, moet hij zichzelf wegcijferen, zijn martelpaal opnemen en mij altijd volgen’ (Matth. 16:24). Jezus volgen is de juiste en verstandige keus, maar het is niet de makkelijkste weg.

11. Hoe toonden de discipelen in Tyrus hun liefde en waardering voor Paulus?

11 Al snel moesten Paulus, Lukas en hun reisgenoten verder. De ontroerende beschrijving van hun vertrek laat zien hoeveel de broeders en zusters in Tyrus van Paulus hielden en hoeveel waardering ze voor zijn dienst hadden. De mannen, vrouwen en kinderen gingen met Paulus en de anderen mee naar het strand. Toen knielden ze als groep om samen te bidden, en ze namen afscheid. Vervolgens gingen Paulus, Lukas en hun reisgenoten aan boord van een ander schip. Ze reisden naar Ptolemaïs, waar ze de broeders en zusters ontmoetten, en ze brachten een dag met hen door (Hand. 21:5-7).

12, 13. (a) Welk bericht van trouwe dienst had Filippus opgebouwd? (b) In welk opzicht is Filippus een goed voorbeeld voor vaders in deze tijd?

12 Vervolgens vertelt Lukas dat Paulus’ reisgezelschap naar Cesarea a ging. Daar gingen ze naar ‘het huis van de evangelieprediker Filippus’ (Hand. 21:8). Ze moeten heel blij zijn geweest Filippus te zien. Zo’n 20 jaar daarvoor was hij in Jeruzalem door de apostelen aangesteld om te helpen bij de verdeling van voedsel aan de pas opgerichte gemeente. Filippus was al heel lang een ijverige prediker. Toen de discipelen door vervolging verdreven werden, ging Filippus naar Samaria om daar te prediken. Later predikte hij tot de Ethiopische eunuch en doopte hem (Hand. 6:2-6; 8:4-13, 26-38). Wat een mooi bericht van trouwe dienst!

13 Filippus had zijn ijver voor de dienst niet verloren. Hij woonde nu in Cesarea en besteedde ook daar veel tijd aan de prediking, want Lukas noemt hem ‘de evangelieprediker’. We zien ook dat hij inmiddels vier dochters had die profeteerden, wat erop wijst dat ze het voorbeeld van hun vader volgden (Hand. 21:9). b Filippus zal dus veel moeite hebben gedaan om zijn gezin geestelijk op te bouwen. Vaders in deze tijd zullen zijn voorbeeld willen volgen door de leiding te nemen in de prediking en hun kinderen te helpen om van de dienst te gaan houden.

14. Wat was ongetwijfeld het resultaat van Paulus’ bezoeken aan geloofsgenoten, en welke gelegenheden hebben we in deze tijd?

14 In de ene plaats na de andere bezocht Paulus geloofsgenoten en bracht tijd met hen door. De plaatselijke broeders en zusters zullen deze reizende zendeling en de andere broeders graag gastvrij hebben ontvangen. Zulke bezoeken hebben er ongetwijfeld toe geleid dat ze ‘elkaar konden opbouwen door hun geloof’ (Rom. 1:11, 12). Ook nu hebben we zulke gelegenheden. Hoe eenvoudig je huis ook is, als je het openstelt voor een kringopziener en zijn vrouw, zul je daar veel voor terugkrijgen (Rom. 12:13).

‘Ik ben bereid te sterven’ (Handelingen 21:10-14)

15, 16. Welke boodschap bracht Agabus over, en hoe reageerden de aanwezigen?

15 Terwijl Paulus bij Filippus was, kwam er nog een gerespecteerde bezoeker: Agabus. Iedereen die in Filippus’ huis was, wist dat Agabus een profeet was. Hij had de grote hongersnood tijdens de regering van Claudius voorspeld (Hand. 11:27, 28). Misschien hebben ze zich afgevraagd: Waarom is Agabus gekomen? Welke boodschap komt hij brengen? Terwijl ze gespannen toekeken, nam Agabus Paulus’ gordel — een lange strook stof die rond het middel werd gedragen en waarin iemand geld en dergelijke kon doen. Hiermee bond Agabus zijn eigen handen en voeten vast. Toen kwam hij met een ernstige boodschap: ‘Dit zegt de heilige geest: “De man van wie deze gordel is, zal op dezelfde manier door de Joden in Jeruzalem worden vastgebonden, en ze zullen hem aan de heidenen overleveren”’ (Hand. 21:11).

16 Door deze profetie werd bevestigd dat Paulus naar Jeruzalem zou gaan. Er bleek ook uit dat de Joden daar hem ‘aan de heidenen’ zouden overleveren. De aanwezigen reageerden heftig op de profetie. Lukas schrijft: ‘Toen we dat hoorden, drongen wij en degenen die daar waren er bij Paulus op aan niet naar Jeruzalem te gaan. Maar hij antwoordde: “Waarom proberen jullie me met je tranen op andere gedachten te brengen? Ik ben niet alleen bereid om me in Jeruzalem te laten vastbinden, maar ook om er te sterven voor de naam van de Heer Jezus”’ (Hand. 21:12, 13).

17, 18. Hoe toonde Paulus zijn vastberadenheid, en hoe reageerden de broeders daarop?

17 Stel je eens voor dat je daarbij was. De broeders, onder wie Lukas, smeken Paulus niet verder te reizen. Sommigen van hen huilen. Paulus is ontroerd door hun liefde en bezorgdheid voor hem, en hij zegt teder: ‘Waarom proberen jullie me met je tranen op andere gedachten te brengen [of ‘mijn hart week te maken’, vtn.]?’ Toch is hij vastbesloten te gaan. Hij heeft zich niet door de broeders in Tyrus laten tegenhouden, en hij laat zich ook nu niet tegenhouden door smeekbeden of tranen. In plaats daarvan legt hij uit waarom hij moet gaan. Wat een moed en vastberadenheid! Net als Jezus was Paulus vastbesloten om naar Jeruzalem te gaan (Hebr. 12:2). Paulus was er niet op uit een martelaar te worden, maar als het wel zou gebeuren, dan vond hij het een eer om als een volgeling van Jezus te sterven.

18 Hoe reageerden de broeders? Ze toonden respect voor zijn beslissing. Het verslag zegt: ‘Toen hij zich niet liet overhalen, legden we ons erbij neer en zeiden: “Laat de wil van Jehovah gebeuren”’ (Hand. 21:14). De broeders die hadden geprobeerd Paulus over te halen om niet te gaan, bleven niet aandringen. Ze accepteerden wat Paulus zei, ook al vonden ze dat heel moeilijk. Ze beseften dat het Jehovah’s wil was. Paulus was begonnen aan een reis die uiteindelijk tot zijn dood kon leiden. Het zou voor Paulus makkelijker zijn als zijn vrienden hem niet probeerden tegen te houden.

19. Welke belangrijke les leren we van wat Paulus overkwam?

19 We kunnen een belangrijke les leren van wat Paulus overkwam: we mogen anderen er nooit van afhouden om offers te brengen in hun dienst voor God. Die les is van toepassing op veel situaties, niet alleen als het een kwestie van leven of dood is. Veel ouders vinden het bijvoorbeeld moeilijk als hun kinderen uit huis gaan om Jehovah in een toewijzing ver weg te dienen. Toch zijn ze vastbesloten hen niet te ontmoedigen. Phyllis, die in Engeland woont, weet nog hoe ze zich voelde toen haar enige dochter als zendeling naar Afrika ging. Ze vertelt: ‘Het was een emotionele tijd. Ik vond het moeilijk dat ze zo ver weg zou zijn. Ik voelde me verdrietig en trots tegelijk, en ik heb er veel over gebeden. Maar het was haar keus en ik heb nooit geprobeerd haar daarvan af te brengen. Ik had haar zelf altijd geleerd om het Koninkrijk op de eerste plaats te stellen! Ze dient nu al 30 jaar in het buitenland, en ik dank Jehovah nog elke dag voor haar trouwe dienst.’ Het is echt heel goed om zelfopofferende broeders en zusters aan te moedigen!

Het is goed om zelfopofferende geloofsgenoten aan te moedigen

‘We werden door de broeders hartelijk ontvangen’ (Handelingen 21:15-17)

20, 21. Waaruit blijkt dat Paulus graag bij zijn broeders en zusters was, en waarom wilde hij dat graag?

20 Paulus maakte zich klaar voor de reis en vertrok. Een paar broeders uit Cesarea gingen met hem mee. Daarmee lieten ze zien dat ze hem trouw steunden. Paulus en zijn reisgenoten hadden tijdens hun hele reis naar Jeruzalem steeds broeders en zusters opgezocht. In Tyrus hadden ze geloofsgenoten gevonden, en ze waren een week bij ze gebleven. In Ptolemaïs hadden ze hun broeders en zusters begroet en een dag met hen doorgebracht. In Cesarea waren ze een aantal dagen bij Filippus gebleven. Vervolgens gingen enkele broeders uit Cesarea met Paulus en zijn reisgenoten mee naar Jeruzalem, waar ze te gast waren bij Mnason, een van de eerste discipelen. Lukas vertelt: ‘Toen we in Jeruzalem aankwamen, werden we door de broeders hartelijk ontvangen’ (Hand. 21:17).

21 Het is duidelijk dat Paulus graag bij zijn geloofsgenoten was. Hij voelde zich, net als wij in deze tijd, aangemoedigd door zijn broeders en zusters. Ongetwijfeld heeft dat Paulus gesterkt om moedig tegenstand te verduren van vijanden die hem wilden doden.