Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 27

‘Geef grondig getuigenis’

‘Geef grondig getuigenis’

Paulus zit gevangen in Rome maar gaat door met prediken Gebaseerd op

Handelingen 28:11-31

1. Welk vertrouwen hebben Paulus en zijn reisgenoten, en waarom?

 EEN schip met het boegbeeld ‘Zonen van Zeus’, waarschijnlijk een groot graanschip, vaart van Malta naar Italië. Het is rond het jaar 59. Aan boord van het schip bevinden zich Paulus, die als gevangene door bewakers wordt geëscorteerd, en zijn geloofsgenoten Lukas en Aristarchus (Hand. 27:2). In tegenstelling tot de bemanning van het schip zoeken deze christenen hun bescherming niet bij de zonen van de Griekse god Zeus: de tweelingbroers Castor en Pollux. (Zie de aantekening bij Hand. 28:11, nwtsty.) Paulus en zijn reisgenoten dienen Jehovah, die had voorspeld dat Paulus in Rome getuigenis zou geven over de waarheid en dat hij voor caesar zou verschijnen (Hand. 23:11; 27:24).

2, 3. Welke route neemt het schip, en welke steun heeft Paulus vanaf het begin van de reis ondervonden?

2 Drie dagen nadat ze zijn aangekomen in Syracuse, een mooie Siciliaanse stad die concurreert met Athene en Rome, vaart het schip verder naar Regium, in de teen van het Italiaanse schiereiland. Voortgestuwd door een zuidenwind legt het schip vervolgens met hoge snelheid de 175 zeemijl af naar de Italiaanse haven Puteoli (in de buurt van het huidige Napels) en komt daar op de tweede dag aan (Hand. 28:12, 13).

3 Dit is het laatste deel van Paulus’ reis naar Rome, waar hij voor keizer Nero zal verschijnen. Van het begin tot het eind van de reis is ‘de God van alle troost’ met Paulus geweest (2 Kor. 1:3). Zoals we zullen zien, blijft Jehovah hem steunen. En Paulus raakt zijn ijver als zendeling niet kwijt.

‘Paulus dankte God en vatte moed’ (Handelingen 28:14, 15)

4, 5. (a) Welke gastvrijheid ontvingen Paulus en zijn reisgenoten in Puteoli, en waarom kreeg hij zo veel vrijheid? (b) Hoe kunnen christenen zelfs in de gevangenis voordeel hebben van hun goede gedrag?

4 In Puteoli troffen Paulus en zijn reisgenoten broeders aan, die ‘er bij hen op aandrongen een week bij hen te blijven’ (Hand. 28:14). Wat een goed voorbeeld van gastvrijheid! Ongetwijfeld zijn die broeders hiervoor beloond door de aanmoediging die ze van Paulus en zijn reisgenoten kregen. Maar waarom kreeg een gevangene die onder bewaking stond zo veel vrijheid? Misschien omdat Paulus het vertrouwen van zijn Romeinse bewakers had gewonnen.

5 Ook aanbidders van Jehovah in deze tijd hebben in gevangenissen en concentratiekampen vaak speciale vrijheden en privileges gekregen vanwege hun christelijke gedrag. Zo was er in Roemenië een man die 75 jaar had gekregen voor roofovervallen. Hij begon Gods Woord te bestuderen en zijn persoonlijkheid veranderde compleet. Daarom mocht hij van de gevangenisautoriteiten zonder begeleiding de stad in om inkopen te doen voor de gevangenis! Het belangrijkste is natuurlijk dat door ons goede gedrag Jehovah wordt geëerd (1 Petr. 2:12).

6, 7. Hoe toonden de broeders uit Rome hun liefde op een uitzonderlijke manier?

6 Vanuit Puteoli hebben Paulus en zijn reisgenoten waarschijnlijk ongeveer 50 kilometer te voet gereisd naar Capua over de Via Appia, die naar Rome leidde. Deze beroemde weg was geplaveid met grote, platte lavablokken en bood schitterende uitzichten op het Italiaanse landschap en soms zelfs op de Middellandse Zee. De weg liep ook door de Pontijnse moerassen, een drassig gebied op ruim 60 kilometer van Rome waar de Marktplaats van Appius lag. Toen de broeders in Rome ‘het nieuws over ons hoorden’, zo schreef Lukas, kwamen enkelen van hen helemaal naar de Marktplaats, terwijl anderen op hen wachtten bij de Drie Taveernen, een pleisterplaats op zo’n 50 kilometer van Rome. Daaruit bleek echt hun diepe liefde voor Paulus! (Hand. 28:15)

7 De Marktplaats van Appius bood weinig comfort voor reizigers die moesten bijkomen van de ongemakken van hun reis. De Romeinse dichter en satiricus Horatius zei dat deze marktplaats ‘propvol schippers en onbetrouwbare herbergiers’ was. Hij schreef dat ‘het water er zeer slecht was’, en hij weigerde zelfs er te eten. Maar ondanks alle ongemakken wilde de delegatie uit Rome Paulus en zijn reisgenoten graag opwachten om hen te vergezellen op het laatste deel van hun reis.

8. Waarom dankte Paulus God toen hij zijn broeders zag?

8 Toen Paulus zijn broeders zag, ‘dankte hij God en vatte moed’ (Hand. 28:15). Alleen al door het zien van die broeders, van wie Paulus sommigen misschien persoonlijk kende, voelde hij zich gesterkt en getroost. Waarom dankte hij God? Hij wist dat onzelfzuchtige liefde een aspect is van de vrucht van de geest (Gal. 5:22). Ook nu zet de heilige geest christenen ertoe aan offers voor elkaar te brengen en troost te geven aan personen die het nodig hebben (1 Thess. 5:11, 14).

9. Hoe kun je het voorbeeld van de broeders uit Rome volgen?

9 De heilige geest zet broeders en zusters er bijvoorbeeld toe aan gastvrij te zijn voor kringopzieners, zendelingen en andere volletijddienaren, van wie velen grote offers brengen om Jehovah vollediger te dienen. Vraag je af: Kan ik meer doen om het bezoek van de kringopziener te ondersteunen, bijvoorbeeld door gastvrij te zijn voor hem en zijn vrouw? Kan ik me opgeven om met ze samen te werken in de dienst? Als je dat doet, krijg je daar veel voor terug. Stel je bijvoorbeeld eens voor hoe blij de broeders uit Rome waren toen Paulus en zijn reisgenoten opbouwende ervaringen vertelden die ze hadden meegemaakt (Hand. 15:3, 4).

‘Deze sekte is overal in opspraak’ (Handelingen 28:16-22)

10. Wat waren Paulus’ omstandigheden in Rome, en wat deed hij kort na zijn aankomst?

10 Toen de reizigers eindelijk in Rome aankwamen, ‘kreeg Paulus toestemming om op zichzelf te wonen, onder bewaking van een soldaat’ (Hand. 28:16). Bij huisarrest werden gevangenen meestal aan hun bewaker vastgeketend zodat ze niet konden ontsnappen. Maar boeien konden Paulus niet het stilzwijgen opleggen. Hij bleef ijverig prediken. Dus nadat hij drie dagen had uitgerust van de reis, riep hij de ‘voornaamste mannen onder de Joden’ in Rome bij zich om zichzelf voor te stellen en getuigenis te geven.

11, 12. Hoe probeerde Paulus in het gesprek met zijn mede-Joden eventuele vooroordelen weg te nemen?

11 ‘Mannen, broeders,’ zei Paulus, ‘hoewel ik niets had gedaan wat tegen het volk was of tegen de gebruiken van onze voorouders, werd ik vanuit Jeruzalem als gevangene aan de Romeinen uitgeleverd. Nadat ze me hadden verhoord, wilden ze me vrijlaten, want ik had niets gedaan waarop de doodstraf stond. Maar toen de Joden bezwaar maakten, was ik gedwongen me op caesar te beroepen, maar niet omdat ik mijn volk ergens van wilde beschuldigen’ (Hand. 28:17-19).

12 Door zijn Joodse toehoorders aan te spreken als ‘broeders’ probeerde Paulus een gemeenschappelijke basis te leggen en eventuele vooroordelen weg te nemen (1 Kor. 9:20). Hij maakte ook duidelijk dat hij hier niet was om zijn mede-Joden te beschuldigen, maar om een beroep te doen op caesar. Toen bleek dat de plaatselijke Joodse gemeenschap niets van Paulus’ zaak afwist (Hand. 28:21). Waarom hadden de Joden in Judea dit niet gemeld? Een naslagwerk zegt: ‘Paulus’ schip moet een van de eerste schepen zijn geweest die na de winter in Italië aankwamen, en er had nog geen vertegenwoordiger van de Joodse autoriteiten uit Jeruzalem kunnen arriveren en ook geen brief over de zaak.’

13, 14. Hoe introduceerde Paulus de Koninkrijksboodschap, en hoe kunnen we zijn voorbeeld volgen?

13 Paulus introduceerde nu de Koninkrijksboodschap door een uitspraak te doen die de Joden zeker nieuwsgierig zou maken. Hij zei: ‘Dat is de reden waarom ik jullie wilde zien en toespreken, want het is vanwege de hoop van Israël dat ik deze boeien draag’ (Hand. 28:20). Die hoop hield natuurlijk verband met de Messias en zijn Koninkrijk, waarover de christenen predikten. De Joodse oudsten zeiden: ‘We willen graag van jou horen wat je denkt, want één ding is zeker: we weten dat deze sekte overal in opspraak is’ (Hand. 28:22).

14 Als wij de kans krijgen om over het goede nieuws te vertellen, kunnen we Paulus navolgen door met een interessante uitspraak of vraag te komen die mensen aan het denken zet. Goede tips hiervoor zijn onder andere te vinden in Redeneren aan de hand van de Schrift, Trek voordeel van de theocratische bedieningsschool en Leg je toe op voorlezen en onderwijzen. Deze publicaties kunnen je helpen om een betere onderwijzer te worden.

Paulus ‘gaf grondig getuigenis’ (Handelingen 28:23-29)

15. Welke vier dingen kunnen we leren van de manier waarop Paulus getuigenis gaf?

15 De Joden spraken een dag met Paulus af en kwamen toen ‘met een nog grotere groep’ naar de plaats waar hij verbleef. ‘Van ’s morgens tot ’s avonds gaf hij hun uitleg door grondig getuigenis te geven over Gods Koninkrijk, en aan de hand van de Wet van Mozes en de Profeten probeerde hij hen ervan te overtuigen om in Jezus te geloven’ (Hand. 28:23). We kunnen vier dingen leren van de manier waarop Paulus getuigenis gaf. Ten eerste vestigde hij de aandacht op Gods Koninkrijk. Ten tweede sprak hij met overtuigingskracht. Ten derde redeneerde hij aan de hand van de Schrift. Ten vierde had hij een zelfopofferende instelling, want hij gaf ‘van ’s morgens tot ’s avonds’ getuigenis. Wat een mooi voorbeeld voor ons! Wat was het resultaat? ‘Sommigen geloofden wat hij zei, maar anderen niet.’ Er ontstond onenigheid en de mensen ‘maakten aanstalten om te vertrekken’, bericht Lukas (Hand. 28:24, 25a).

16-18. Waarom was Paulus niet verrast over de reactie van de Joden, en hoe moeten wij reageren als onze boodschap wordt afgewezen?

16 Die reactie kwam niet als een verrassing voor Paulus, want er was in een Bijbelprofetie voorspeld dat ze zo zouden reageren, en hij had het al vaker meegemaakt (Hand. 13:42-47; 18:5, 6; 19:8, 9). Daarom zei Paulus tegen de Joden die vertrokken: ‘Terecht heeft de heilige geest via de profeet Jesaja tot jullie voorouders gesproken en gezegd: “Ga naar dit volk toe en zeg: ‘Jullie zullen wel horen maar niets begrijpen, en jullie zullen wel kijken maar niets zien. Want het hart van dit volk is ongevoelig geworden’”’ (Hand. 28:25b-27). In de oorspronkelijke taal duidt het woord dat is weergegeven met ‘ongevoelig’ erop dat een hart ‘dik’ of ‘vet’ is geworden, waardoor de Koninkrijksboodschap niet kan doordringen (Hand. 28:27, vtn.). Wat een tragische situatie!

17 In tegenstelling tot de Joden ‘zouden de heidenen zeker luisteren’, zei Paulus tot besluit (Hand. 28:28; Ps. 67:2; Jes. 11:10). Daar was hij zeker van, want hij had zelf gezien dat veel heidenen positief op de Koninkrijksboodschap reageerden! (Hand. 13:48; 14:27)

18 Net als Paulus moeten wij het niet persoonlijk opvatten als mensen het goede nieuws afwijzen. We weten dat naar verhouding maar weinig mensen de weg naar het leven zullen kiezen (Matth. 7:13, 14). En als mensen met de juiste instelling Jehovah gaan aanbidden, zijn we daar blij mee en heten we ze van harte welkom in de gemeente (Luk. 15:7).

‘Hij predikte Gods Koninkrijk’ (Handelingen 28:30, 31)

19. Hoe maakte Paulus optimaal gebruik van zijn omstandigheden?

19 De laatste woorden van Lukas’ verslag zijn heel aanmoedigend: ‘[Paulus] bleef twee volle jaren in het huis dat hij gehuurd had en iedereen die bij hem kwam, ontving hij vriendelijk. Zonder belemmerd te worden en met grote vrijmoedigheid predikte hij Gods Koninkrijk tot hen en gaf hij onderwijs over de Heer Jezus Christus’ (Hand. 28:30, 31). Wat een geweldig voorbeeld van gastvrijheid, geloof en ijver!

20, 21. Noem voorbeelden van personen die voordeel hadden van Paulus’ prediking in Rome.

20 Een van degenen die Paulus vriendelijk ontvingen was Onesimus, een weggelopen slaaf uit Kolosse. Paulus hielp Onesimus christen te worden, en Onesimus werd een ‘trouwe en geliefde broeder’ van Paulus. Paulus beschreef hem zelfs als ‘mijn kind, van wie ik (...) vader ben geworden’ (Kol. 4:9; Filem. 10-12). Wat zal Onesimus een grote aanmoediging zijn geweest voor Paulus! a

21 Ook anderen hadden voordeel van Paulus’ goede voorbeeld. Aan de Filippenzen schreef hij: ‘Mijn situatie is goed geweest voor de vooruitgang van het goede nieuws. Zo is onder de hele pretoriaanse lijfwacht en alle anderen algemeen bekend geworden dat ik gevangenisboeien draag vanwege Christus. De meeste broeders in de Heer hebben door mijn gevangenisboeien meer vertrouwen gekregen, en ze hebben nog meer moed om het woord van God zonder angst bekend te maken’ (Fil. 1:12-14).

22. Hoe maakte Paulus goed gebruik van zijn gevangenschap in Rome?

22 Paulus gebruikte zijn gevangenschap in Rome om belangrijke brieven te schrijven die nu deel uitmaken van de christelijke Griekse Geschriften. b De eerste-eeuwse christenen aan wie Paulus die brieven schreef, hadden daar veel aan. Ook wij hebben veel aan Paulus’ brieven, want de raad die hij onder inspiratie opschreef is in deze tijd nog net zo praktisch als toen (2 Tim. 3:16, 17).

23, 24. Hoe hebben veel christenen in deze tijd die ten onrechte gevangenzaten hun vreugde bewaard?

23 Na ongeveer vier jaar werd Paulus vrijgelaten, hoewel Handelingen daar niets over zegt. Hij had twee jaar in Cesarea gevangengezeten en twee jaar in Rome (Hand. 23:35; 24:27). c Maar hij bleef positief en deed alles wat hij kon in de dienst voor God. Ook veel aanbidders van Jehovah in deze tijd die ten onrechte gevangenzitten vanwege hun geloof, bewaren hun vreugde en gaan door met prediken. Neem bijvoorbeeld Adolfo, die in Spanje gevangenzat vanwege zijn christelijke neutraliteit. Een officier zei: ‘We hebben bewondering voor je. We hebben je het leven onmogelijk gemaakt, maar hoe zwaarder we het maakten, hoe meer je glimlachte en hoe vriendelijker je tegen ons was.’

24 Na verloop van tijd hadden ze zo veel vertrouwen in Adolfo dat ze zijn celdeur openlieten. Soldaten kwamen langs om vragen te stellen over de Bijbel. Eén bewaker ging zelfs vaak in Adolfo’s cel zitten om de Bijbel te lezen, terwijl Adolfo op de uitkijk stond. De gevangene stond dus ‘op wacht’ voor de bewaker! Het prachtige voorbeeld van zulke trouwe Getuigen zal ons ‘nog meer moed’ geven ‘om het woord van God zonder angst bekend te maken’, zelfs onder moeilijke omstandigheden.

25, 26. Welke profetie had Paulus in nog geen 30 jaar in vervulling zien gaan, en hoe zien we in deze tijd hetzelfde gebeuren?

25 Het besluit van het boek Handelingen is heel aanmoedigend. Terwijl Paulus onder huisarrest staat, ‘predikt hij Gods Koninkrijk’ tot iedereen die hem bezoekt. In het eerste hoofdstuk lazen we de opdracht die Jezus zijn volgelingen gaf: ‘Jullie zullen kracht ontvangen wanneer de heilige geest op jullie komt, en jullie zullen getuigen van mij zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, en tot in de meest afgelegen delen van de aarde’ (Hand. 1:8). Nu, nog geen 30 jaar later, was de Koninkrijksboodschap gepredikt ‘in de hele schepping onder de hemel’ (Kol. 1:23). d Wat een mooi bewijs van de kracht van Gods geest! (Zach. 4:6)

26 In deze tijd geeft Gods geest kracht aan de gezalfden en de ‘andere schapen’ om ermee door te gaan ‘grondig getuigenis te geven over Gods Koninkrijk’ in 240 landen! (Joh. 10:16; Hand. 28:23) Doe jij alles wat je kunt om een aandeel te hebben aan dat werk?

a Paulus wilde Onesimus graag bij zich houden, maar als hij dat deed zou hij de Romeinse wet overtreden en inbreuk maken op de rechten van Onesimus’ meester, de christen Filemon. Daarom ging Onesimus terug naar Filemon met een brief van Paulus waarin Filemon werd aangespoord om zijn slaaf vriendelijk te ontvangen, als een broeder (Filem. 13-19).

c Zie het kader ‘ Paulus’ leven na het jaar 61’.