HOOFDSTUK 24
‘Houd moed!’
Paulus ontsnapt aan een complot om hem te doden en voert zijn verdediging voor Felix
Gebaseerd op Handelingen 23:11–24:27
1, 2. Waarom verbaast het Paulus niet dat hij in Jeruzalem vervolgd wordt?
PAULUS zit opnieuw in de gevangenis nadat hij is gered uit handen van woedende Joden in Jeruzalem. Hij is niet verbaasd dat hij hier in Jeruzalem vervolgd wordt. Er is tegen hem gezegd dat hem in deze stad ‘gevangenschap en beproevingen’ te wachten staan (Hand. 20:22, 23). En hoewel hij niet precies weet wat er zal gebeuren, weet hij wel dat hij voor Jezus’ naam nog meer lijden zal ondergaan (Hand. 9:16).
2 Ook christelijke profeten hebben Paulus gewaarschuwd dat hij zal worden vastgebonden en ‘aan de heidenen’ zal worden overgeleverd (Hand. 21:4, 10, 11). Een Joodse menigte heeft net geprobeerd hem te doden, en kort daarna leek het erop dat hij door de leden van het Sanhedrin ‘in stukken gescheurd zou worden’ terwijl ze ruzie over hem maakten. Nu wordt hij als een gevangene door Romeinse soldaten bewaakt en staan hem nog meer verhoren en beschuldigingen te wachten (Hand. 21:31; 23:10). Paulus kan dus wel wat aanmoediging gebruiken!
3. Van wie krijgen we aanmoediging om door te gaan met prediken?
3 In deze eindtijd beseffen we dat ‘iedereen die toegewijd aan God en als volgeling van Christus Jezus wil leven, vervolgd zal worden’ (2 Tim. 3:12). Af en toe hebben ook wij aanmoediging nodig om door te gaan met de prediking. We zijn echt dankbaar voor de aanmoediging die we krijgen via de publicaties en de vergaderingen waarin wordt voorzien door ‘de getrouwe en beleidvolle slaaf’! (Matth. 24:45) Jehovah heeft ons beloofd dat het geen enkele vijand zal lukken om zijn aanbidders als groep te vernietigen of de prediking te laten stoppen (Jes. 54:17; Jer. 1:19). Maar hoe ging het verder met Paulus? Werd hij aangemoedigd om ondanks tegenstand grondig getuigenis te blijven geven? Hoe kreeg hij die aanmoediging dan, en wat was zijn reactie?
Een complot wordt verhinderd (Handelingen 23:11-34)
4, 5. Welke aanmoediging kreeg Paulus, en waarom kwam die precies op tijd?
4 In de nacht nadat Paulus was gered van het Sanhedrin, kreeg hij de aanmoediging die hij zo hard nodig had. Het geïnspireerde verslag zegt: ‘De volgende nacht kwam de Heer bij hem en zei: “Houd moed! Want net zoals je in Jeruzalem een grondig getuigenis over me hebt gegeven, zo moet je ook in Rome getuigenis geven”’ (Hand. 23:11). Dankzij die aanmoedigende woorden van Jezus had Paulus de verzekering dat hij beschermd zou worden. Hij wist dat hij in leven zou blijven zodat hij in Rome getuigenis over Jezus kon geven.
5 De aanmoediging die Paulus kreeg, kwam precies op het goede moment. De dag daarop smeedden meer dan 40 Joodse mannen ‘een complot en deden ze een eed met een vervloeking. Ze zwoeren dat ze niet zouden eten of drinken voordat ze Paulus hadden gedood.’ Dat ze ‘een eed met een vervloeking deden’, liet zien hoe vastbesloten deze Joden waren om Paulus te vermoorden. Ze geloofden dat als hun plan niet zou lukken, er een vervloeking — iets slechts — over hen zou komen (Hand. 23:12-15). Hun plan had de goedkeuring van de overpriesters en oudsten. Ze wilden Paulus weer naar het Sanhedrin laten brengen voor een verder verhoor, alsof ze zijn zaak grondiger wilden onderzoeken. Maar onderweg zouden de samenzweerders Paulus opwachten om hem aan te vallen en te doden.
6. Hoe werd het complot ontdekt, en wat kunnen jongeren van dit verslag leren?
6 Maar Paulus’ neef hoorde over dit complot en vertelde hem erover. Vervolgens vroeg Paulus zijn neef om het te vertellen aan de Romeinse commandant Claudius Lysias (Hand. 23:16-22). Jehovah is heel blij met jongeren die, net als deze neef van Paulus, moedig de belangen van Gods volk boven hun eigen belangen stellen en die zich trouw inzetten voor het Koninkrijk.
7, 8. Wat deed Claudius Lysias om Paulus te beschermen?
7 Toen Claudius Lysias, die het bevel had over 1000 man, van het complot tegen Paulus hoorde, kwam hij meteen in actie. Hij gaf opdracht om Paulus die nacht door 470 militairen — soldaten, speerdragers en ruiters — vanuit Jeruzalem veilig naar Cesarea te laten brengen. Daar moest Paulus aan gouverneur Felix a worden overgedragen. Hoewel Cesarea, de Romeinse bestuurszetel van Judea, vrij veel Joodse inwoners had, was het merendeel van de bevolking niet-Joods. De orde in Cesarea vormde een groot contrast met de ongeregeldheden in Jeruzalem, waar de emoties vaak hoog opliepen door religieus vooroordeel. Cesarea was ook het hoofdkwartier van de Romeinse troepen in Judea.
8 In overeenstemming met de Romeinse wet stuurde Lysias een brief aan Felix waarin hij uitlegde wat er aan de hand was. Lysias schreef dat hij had gehoord dat Paulus een Romeins burger was en dat hij hem daarom uit handen van de Joden had gered. Hij zei dat hij Paulus niet schuldig had bevonden aan iets ‘waarop de dood of gevangenschap stond’. Maar vanwege het complot tegen Paulus stuurde hij hem naar Felix, zodat die de aanklagers kon aanhoren en een vonnis kon uitspreken (Hand. 23:25-30).
9. (a) Hoe werden Paulus’ rechten als Romeins burger geschonden? (b) Wanneer moeten wij misschien gebruikmaken van onze wettelijke rechten?
9 Was Lysias in zijn brief eerlijk? Niet helemaal. Het lijkt erop dat hij graag een goede indruk wilde maken op de gouverneur. Hij was Paulus echt niet te hulp gekomen omdat hij had gehoord dat Paulus een Romeins burger was. Ook vertelde Lysias niet dat hij Paulus ‘met twee kettingen’ had laten boeien en dat hij later opdracht had gegeven om hem ‘onder geseling een verhoor af te nemen’ (Hand. 21:30-34; 22:24-29). Daarmee had Lysias Paulus’ rechten als Romeins burger geschonden. In deze tijd gebruikt Satan het religieuze fanatisme van tegenstanders om vervolging aan te wakkeren, en misschien worden onze burgerrechten geschonden. Maar net als Paulus kunnen Gods aanbidders vaak gebruikmaken van de wettelijke rechten die ze als burger van een land hebben om rechtsbescherming te krijgen.
‘Ik verdedig mijn zaak vol vertrouwen’ (Handelingen 23:35–24:21)
10. Welke ernstige beschuldigingen werden tegen Paulus ingebracht?
10 In Cesarea werd Paulus ‘in het paleis van Herodes gevangengehouden’ om de komst van de aanklagers uit Jeruzalem af te wachten (Hand. 23:35). Vijf dagen later kwamen ze: de hogepriester Ananias, een redenaar die Tertullus heette en een aantal oudsten. Tertullus prees Felix eerst om wat hij voor de Joden deed, blijkbaar om hem te vleien en bij hem in de gunst te komen. b Toen kwam hij ter zake. Hij zei over Paulus: ‘Deze man is een pest, die alle Joden op de hele bewoonde aarde tot opstand aanzet, en hij is een van de leiders van de sekte van de Nazarenen. Hij heeft ook geprobeerd de tempel te ontwijden en daarom hebben we hem gegrepen.’ De andere Joden ‘sloten zich bij de beschuldiging aan door te bevestigen dat dit zo was’ (Hand. 24:5, 6, 9). Paulus werd van ernstige dingen beschuldigd: tot opstand aanzetten, een gevaarlijke sekte leiden en de tempel ontwijden. Op die dingen kon de doodstraf staan.
11, 12. Hoe weerlegde Paulus de beschuldigingen tegen hem?
11 Toen kreeg Paulus de kans om te spreken. Hij zei: ‘Ik verdedig mijn zaak vol vertrouwen.’ Vervolgens ontkende hij alle beschuldigingen. Hij had de tempel niet ontwijd en hij had niet tot opstand aangezet. Hij zei dat hij zelfs ‘heel wat jaren’ niet in Jeruzalem was geweest en dat hij was gekomen met giften voor christenen die arm waren geworden, misschien als gevolg van hongersnood en vervolging. Paulus zei dat hij zich ‘ceremonieel gereinigd’ had voordat hij de tempel was binnengegaan en dat hij moeite had gedaan om ‘zijn geweten zuiver te houden tegenover God en de mensen’ (Hand. 24:10-13, 16-18).
12 Paulus gaf wel toe dat hij de God van zijn voorvaders aanbad ‘overeenkomstig de weg die zij een sekte noemden’. Maar hij hield vol dat hij alles geloofde ‘wat in de Wet en in de Profeten geschreven stond’. En net als sommigen van zijn aanklagers had hij de hoop ‘dat er een opstanding zou zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen’. Toen daagde Paulus zijn aanklagers uit: ‘Laten deze mannen hier zelf zeggen welk misdrijf ze hebben gevonden toen ik voor het Sanhedrin stond, behalve dan wat ik heb uitgeroepen toen ik voor hen stond: “Vanwege de opstanding van de doden sta ik vandaag terecht!”’ (Hand. 24:14, 15, 20, 21)
13-15. Waarom is Paulus een goed voorbeeld voor ons als we voor de autoriteiten moeten verschijnen?
13 Paulus gaf een goed voorbeeld dat we kunnen volgen als we ooit vanwege onze aanbidding moeten verschijnen voor de autoriteiten of als we ervan worden beschuldigd dat we tot opstand aanzetten of lid zijn van een ‘gevaarlijke sekte’. Paulus probeerde niet de gouverneur te vleien zoals Tertullus had gedaan. Hij bleef kalm en respectvol. Met tact legde hij een duidelijke, waarheidsgetrouwe verklaring af. Paulus zei dat de ‘Joden uit Asia’ die hem ervan hadden beschuldigd de tempel te ontwijden niet aanwezig waren, en dat hij volgens de wet tegenover hen moest kunnen staan om hun beschuldigingen te horen (Hand. 24:18, 19).
14 Wat vooral opvalt, is dat Paulus niet aarzelde om te vertellen over zijn geloof. Hij herhaalde moedig dat hij in de opstanding geloofde, het onderwerp dat zo veel opschudding had veroorzaakt toen hij voor het Sanhedrin terechtstond (Hand. 23:6-10). In zijn verdediging beklemtoonde Paulus de opstandingshoop. Waarom deed hij dat? Omdat hij getuigenis wilde geven over Jezus en over zijn opstanding uit de dood, iets wat zijn tegenstanders niet wilden accepteren (Hand. 26:6-8, 22, 23). Het strijdpunt was dus de opstanding, en om nog preciezer te zijn, het geloof in de opstanding van Jezus.
15 Net als Paulus kunnen we moedig getuigenis geven en kunnen we kracht halen uit wat Jezus tegen zijn discipelen zei: ‘Jullie zullen vanwege mijn naam door alle mensen worden gehaat. Maar wie volhardt tot het einde zal worden gered.’ Moeten we ons zorgen maken over wat we moeten zeggen? Nee, want Jezus beloofde: ‘Wanneer ze je komen halen om je over te leveren, maak je dan van tevoren geen zorgen over wat je moet zeggen, maar zeg wat je op dat moment wordt ingegeven. Want wat je zegt, komt niet uit jezelf, maar het is de heilige geest die spreekt’ (Mark. 13:9-13).
‘Felix werd bang’ (Handelingen 24:22-27)
16, 17. (a) Hoe behandelde Felix Paulus’ rechtszaak? (b) Waardoor is Felix misschien bang geworden, maar waarom liet hij Paulus toch steeds komen?
16 Dit was niet de eerste keer dat gouverneur Felix iets over het christelijke geloof hoorde. Het verslag zegt: ‘Felix, die vrij goed bekend was met De Weg [zoals christenen toen werden genoemd], verdaagde de zaak en zei: “Wanneer commandant Lysias hier komt, zal ik in deze zaak een beslissing nemen.” Hij gaf de legerofficier opdracht de man gevangen te houden maar hem wel wat vrijheid te geven. Ook moest het zijn vrienden toegestaan worden om voor hem te zorgen’ (Hand. 24:22, 23).
17 Enkele dagen later liet Felix, met zijn Joodse vrouw Drusilla, Paulus halen en hij ‘luisterde naar wat hij over het geloof in Christus Jezus te vertellen had’ (Hand. 24:24). Maar ‘toen Paulus begon over rechtvaardigheid, zelfbeheersing en het komende oordeel, werd Felix bang’, misschien omdat hij last kreeg van zijn geweten vanwege de slechte dingen die hij had gedaan. Daarom stuurde hij Paulus weg met de woorden: ‘U kunt nu gaan. Als het me schikt, zal ik u nog eens laten roepen.’ Felix liet Paulus daarna nog vaak komen, niet omdat hij de waarheid wilde leren kennen, maar omdat hij hoopte dat Paulus hem steekpenningen zou geven (Hand. 24:25, 26).
18. Waarom sprak Paulus met Felix en zijn vrouw over ‘rechtvaardigheid, zelfbeheersing en het komende oordeel’?
18 Waarom sprak Paulus met Felix en zijn vrouw over ‘rechtvaardigheid, zelfbeheersing en het komende oordeel’? Bedenk dat ze wilden weten wat ‘geloof in Christus Jezus’ inhield. Paulus wist hoe immoreel, wreed en onrechtvaardig ze waren, en hij maakte duidelijk wat er verwacht werd van iedereen die Jezus’ volgeling wilde worden. Wat Paulus zei liet het grote contrast uitkomen tussen Gods rechtvaardige normen en het gedrag van Felix en zijn vrouw. Daardoor hadden ze moeten beseffen dat alle mensen verantwoording aan God moeten afleggen voor wat ze denken, zeggen en doen, en dat Gods oordeel veel belangrijker is dan het oordeel dat Felix over Paulus zou vellen. Geen wonder dat Felix bang werd!
19, 20. (a) Hoe moet je reageren als mensen interesse lijken te hebben maar gewoon hun eigen leventje willen blijven leiden? (b) Hoe weten we dat Felix geen vriend van Paulus was?
19 In de prediking komen we misschien ook mensen tegen zoals Felix. Eerst lijken ze interesse voor de waarheid te hebben, maar eigenlijk willen ze gewoon hun eigen zelfzuchtige leventje blijven leiden. Het is goed om voorzichtig te zijn als we zulke mensen proberen te helpen. Toch kunnen we Paulus’ voorbeeld volgen door ze tactvol te vertellen over Gods rechtvaardige normen. Misschien zal de waarheid hun hart raken. Maar als duidelijk wordt dat ze niet van plan zijn hun zondige leven op te geven, blijven we geen moeite doen. We gaan dan op zoek naar mensen die echt de waarheid willen weten.
20 In Felix’ geval werden zijn echte motieven duidelijk. De Bijbel zegt: ‘Na verloop van twee jaar werd Felix opgevolgd door Porcius Festus. Omdat Felix in de gunst wilde komen bij de Joden, liet hij Paulus in gevangenschap achter’ (Hand. 24:27). Felix was duidelijk geen vriend van Paulus. Hij wist dat volgelingen van ‘De Weg’ niet aanzetten tot opstand (Hand. 19:23). Hij wist ook dat Paulus geen enkele Romeinse wet had overtreden. Toch liet hij hem in gevangenschap achter omdat hij ‘in de gunst wilde komen bij de Joden’.
21. Wat gebeurde er met Paulus nadat Porcius Festus gouverneur was geworden, en waaruit heeft Paulus ongetwijfeld steeds kracht gehaald?
21 Zoals uit het laatste vers van Handelingen 24 blijkt, zat Paulus nog steeds gevangen toen Felix als gouverneur werd opgevolgd door Porcius Festus. Daarna volgde voor Paulus de ene hoorzitting na de andere. Deze moedige apostel werd echt ‘voor koningen en bestuurders gesleept’ (Luk. 21:12). Zoals we zullen zien, zou hij later getuigenis geven aan de machtigste regeerder van die tijd. Ondanks alles wat Paulus meemaakte, bleef zijn geloof sterk. Ongetwijfeld heeft hij steeds kracht gehaald uit Jezus’ woorden: ‘Houd moed!’
a Zie het kader ‘ Felix — Procurator van Judea’.
b Tertullus bedankte Felix dat hij ‘volop vrede’ had gebracht. Maar de waarheid was dat er in Felix’ tijd meer geweld in Judea was dan tijdens het bestuur van alle andere gouverneurs tot aan de opstand tegen Rome. Tertullus sprak ook niet de waarheid toen hij het had over ‘de grootste dankbaarheid’ van de Joden voor de hervormingen van Felix. De meeste Joden hadden juist een hekel aan Felix omdat hij hun leven heel zwaar maakte en opstanden genadeloos de kop indrukte (Hand. 24:2, 3).