Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

DEEL 6

Hoe kunnen we God een grotere plaats in ons leven toekennen?

Hoe kunnen we God een grotere plaats in ons leven toekennen?

’De mens leeft niet van brood alleen, maar van elke uiting uit Jehovah’s mond.’ — DEUTERONOMIUM 8:3.

OM God een grotere plaats in ons leven toe te kennen, moeten we te weten komen wat hij over zichzelf geopenbaard heeft via de Heilige Schrift. Maar God kennen houdt meer in dan louter feiten over hem weten. We moeten een band met hem krijgen.

Ligt het kennen van God buiten ons bereik?

„Stort uw hart voor hem uit”, zoals David

God zelf maakt het mogelijk dat we hem kennen. Koning David zei tegen zijn zoon Salomo: „Ken de God van uw vader (...) Indien gij hem zoekt, zal hij zich door u laten vinden” (1 Kronieken 28:9). Er staan veel van die uitspraken in de Heilige Schrift en ze laten zien dat een nauwe band met God mogelijk is en heel aantrekkelijk. God wil zo’n band met ons hebben. Wegens Abrahams geloof noemde God hem „mijn vriend” (Jesaja 41:8). Als we geloof tonen en gunstig reageren op Gods leiding, zal hij ook ons zegenen, beschermen en helpen.

Waarom moeten we vanuit ons hart bidden?

Als we bidden, luistert God. „De begeerte van de zachtmoedigen zult gij stellig horen, o Jehovah. (...) Gij zult aandacht schenken met uw oor” (Psalm 10:17). In plaats van gewoon een op papier staand of uit het hoofd geleerd gebed op te zeggen, moeten we doen wat de Heilige Schrift zegt: „Stort uw hart voor hem uit” (Psalm 62:8 [62:9]). We moeten ons vrij voelen om ’tot hem te naderen’ als onze geliefde Vader en vrijuit al onze zorgen onder woorden brengen. „Het gebed van de oprechten is hem welgevallig” (Psalm 73:28; Spreuken 15:8; Jesaja 64:8 [64:7]).