Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

DEEL 14

Waarom hebben we een beter slachtoffer nodig?

Waarom hebben we een beter slachtoffer nodig?

„Niet één van hen kan zelfs ook maar een broeder op enigerlei wijze loskopen (...) zodat hij nog voor eeuwig zou leven.” — PSALM 49:7, 9 [49:8, 10].

Zou iemand nu de slachtoffers kunnen brengen die de Wet voorschreef?

Omdat de tempel en de priesterschap niet meer bestaan, is het niet mogelijk de slachtoffers te brengen die de Wet voor de verzoening van zonden voorschreef. Maar God heeft ons niet zonder hoop gelaten. De Heilige Schrift wijst op een blijvende oplossing, „een nieuw verbond”, in verband waarmee Jehovah belooft: „Ik zal hun dwaling vergeven, en hun zonde zal ik niet meer gedenken.” Door middel van dit nieuwe verbond verschaft God de basis om al onze zonden voor altijd te vergeven (Jeremia 31:31-34).

Wat heeft Adams zonde voor ons teweeggebracht?

Toen Adam tegen God in opstand kwam, verspeelde hij het vooruitzicht op eindeloos leven (Genesis 3:17-19). Als onze gemeenschappelijke voorouder kon Adam alleen onvolmaaktheid en dood aan ons doorgeven. In feite is hij verantwoordelijk voor de dood van al zijn kinderen.

Als een misdadiger met opzet iemand zou vermoorden van wie u houdt, zou hij dan aan de gerechtigheid kunnen voldoen door een stier te offeren?

De Wet liet bij een opzettelijke moord geen dierlijk slachtoffer toe (Numeri 35:31). Het leven van geen enkel dier is evenveel waard als dat van een mens. De zondaar zou met zijn eigen leven moeten betalen.

Wat voor slachtoffer zou Adams zonde dan kunnen bedekken zodat Jehovah in staat was mensen te vergeven en ’hun zonden niet meer te gedenken’?

Er is een gelijkwaardige ruil nodig — „ziel voor ziel”, oftewel leven voor leven (Deuteronomium 19:21). Niets minder dan een volmaakt mensenleven — zoals Adams leven voordat hij zondigde — zou de weegschaal van gerechtigheid in evenwicht kunnen brengen. Alleen iemand met zo’n volmaakt leven, onbedorven door van Adam geërfde zonde, zou het verzoenende slachtoffer kunnen verschaffen (Psalm 49:7-9 [49:8-10]). Alleen God zou zo’n volmaakt leven kunnen voortbrengen, zonder menselijke vader, zoals hij deed toen hij Adam schiep (Genesis 2:7).

Wie alleen zou zich als een verzoenend slachtoffer kunnen aanbieden?

Alleen de Messias zou het verzoenende slachtoffer kunnen zijn. Hij zal inderdaad komen als Bevrijder (Genesis 3:15; Psalm 2:2, 8). Maar eerst moet hij een volmaakt „schuldoffer” verschaffen: een volledige bedekking voor onze zonden, zowel de geërfde als de begane zonden (Leviticus 7:1; Jesaja 53:6, 10).

Wat zegt de Heilige Schrift nog meer over de Messias en zijn rol?