DEEL 13
Waarom schreef de Wet slachtoffers voor?
„De ziel van het vlees is in het bloed, en ikzelf heb het ten behoeve van u op het altaar gegeven, om verzoening te doen voor uw ziel.” — LEVITICUS 17:11.
GOD trof voor afzonderlijke personen en voor het volk als geheel een voorziening om verzoening voor hun zonden te doen door middel van slachtoffers of offergaven. Volgens de Wet moest iemand die een zonde had begaan het kwaad herstellen en dan Jehovah een passend offer brengen. Verscheidene zonden vereisten specifieke offers, en die bewerkten een mate van bevrijding van schuld (Leviticus 5:5-7).
Elk jaar ging de hogepriester op een bepaalde dag, Jom Kippoer, het Allerheiligste van de tempel binnen met het bloed van slachtoffers die voor zijn eigen zonden en voor die van het volk gebracht waren (Leviticus 16:11, 14, 15). Deze en de andere op die dag verrichte ceremonies gaven iedereen een gevoel van bevrijding van de opgehoopte schuldgevoelens wegens alle in het afgelopen jaar begane zonden. Zonder het bloed van het offerdier uit te storten kon er geen vergeving plaatsvinden, „want het is het bloed dat verzoening doet” (Leviticus 16:30; 17:11).
Waarom vergeeft God ons niet gewoon alles?
Jehovah is bereid „rijkelijk” te vergeven (Jesaja 55:7). Maar hij zal zijn morele wetten nooit afschaffen. Omdat God zijn eigen volmaakte normen respecteert, kan hij onze onvolmaaktheden en zonden niet gewoon negeren. „De Rots, volmaakt is zijn activiteit, want al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van getrouwheid, bij wie geen onrecht is; rechtvaardig en oprecht is hij” (Deuteronomium 32:4).
Vraag u eens af: Wat zou er met de samenleving gebeuren als de autoriteiten alle criminelen gewoon gratie zouden verlenen en hen uit de gevangenis vrij zouden laten? Wat zou er met het hele universum gebeuren als God plotseling zijn natuurwetten zou afschaffen, de wet van de zwaartekracht bijvoorbeeld? Zijn morele wetten zijn net zo belangrijk.
Als dus geen enkel onvolmaakt mens zich volmaakt aan de Wet zou kunnen houden, wat voor slachtoffer is er dan nodig om onze zonden te bedekken?