LES 14
Gods vrienden vermijden wat slecht is
Satan verleidt mensen tot het doen van het slechte. Wie Gods vriend wil zijn, moet haten wat Jehovah haat (Psalm 97:10). Hier volgen enkele dingen die Gods vrienden vermijden:
Seksuele zonden. „Gij moogt geen overspel plegen” (Exodus 20:14). Seks voor het huwelijk is ook verkeerd. — 1 Korinthiërs 6:18.
Dronkenschap. ’Dronkaards zullen Gods koninkrijk niet beërven.’ — 1 Korinthiërs 6:10.
Moord, abortus. „Gij moogt niet moorden.” — Exodus 20:13.
Diefstal. „Gij moogt niet stelen.” — Exodus 20:15.
Liegen. Jehovah haat „een leugentong”. — Spreuken 6:17.
Psalm 11:5). Tot „de werken van het vlees [behoren] . . . vlagen van toorn”. — Galaten 5:19, 20.
Geweld en onbeheerste woede. „Al wie geweld liefheeft, haat [Jehovah] stellig” (Gokken. ’Verkeer niet langer in het gezelschap van iemand die een hebzuchtig persoon is.’ — 1 Korinthiërs 5:11.
Raciale en etnische haat. „Blijft uw vijanden liefhebben en blijft bidden voor hen die u vervolgen.” — Mattheüs 5:43, 44.
De dingen die God ons vertelt, zijn tot ons welzijn. Het is niet altijd makkelijk het doen van wat slecht is te vermijden. Met Jehovah’s hulp en met de hulp van zijn Getuigen kunt u het vermijden de dingen te doen die God mishagen. — Jesaja 48:17; Filippenzen 4:13; Hebreeën 10:24, 25.