Het Woord was in het begin bij God en was een god (gnj 1 00:00–00:43)

Jo 1:1, 2

God gebruikte het Woord om alle andere dingen te scheppen (gnj 1 00:44–01:00)

Jo 1:3a

Leven en licht zijn via het Woord ontstaan (gnj 1 01:01–02:11)

Jo 1:3b, 4

Duisternis heeft het licht niet overwonnen (gnj 1 02:12–03:59)

Jo 1:5

Lukas geeft achtergrond voor zijn verslag, openingswoorden aan Theofilus (gnj 1 04:13–06:02)

Lu 1:1-4

Gabriël voorspelt geboorte van Johannes de Doper (gnj 1 06:04–13:53)

Lu 1:5-25

Gabriël voorspelt Jezus’ geboorte (gnj 1 13:52–18:26)

Lu 1:26-38

Maria bezoekt haar familielid Elisabeth (gnj 1 18:27–21:15)

Lu 1:39-45

Maria looft Jehovah (gnj 1 21:14–24:00)

Lu 1:46-56

Geboorte en naam Johannes (gnj 1 24:01–27:17)

Lu 1:57-66

Zacharias’ profetie (gnj 1 27:15–30:56)

Lu 1:67-80

Maria zwanger door heilige geest; Jozefs reactie (gnj 1 30:58–35:29)

Mt 1:18-25

Jozef en Maria gaan naar Bethlehem; Jezus wordt geboren (gnj 1 35:30–39:53)

Lu 2:1-7

Engelen verschijnen aan herders op het veld (gnj 1 39:54–41:40)

Lu 2:8-14

Herders gaan naar de voederbak (gnj 1 41:41–43:53)

Lu 2:15-20

Jezus in de tempel aan Jehovah aangeboden (gnj 1 43:56–45:02)

Lu 2:21-24

Simeon heeft voorrecht de Christus te zien (gnj 1 45:04–48:50)

Lu 2:25-35

Anna vertelt over het kind (gnj 1 48:52–50:21)

Lu 2:36-38

Bezoek astrologen en Herodes’ moordzuchtige plan (gnj 1 50:25–55:52)

Mt 2:1-12

Jozef vlucht met Maria en Jezus naar Egypte (gnj 1 55:53–57:34)

Mt 2:13-15

Herodes doodt jongetjes in Bethlehem en omgeving (gnj 1 57:35–59:32)

Mt 2:16-18

Jezus’ familie vestigt zich in Nazareth (gnj 1 59:34–1:03:55)

Mt 2:19-23; Lu 2:39, 40

Twaalfjarige Jezus in tempel (gnj 1 1:04:00–1:09:40)

Lu 2:41-50

Jezus terug naar Nazareth met ouders (gnj 1 1:09:41–1:10:27)

Lu 2:51, 52

Het ware licht stond op het punt in de wereld te komen (gnj 1 1:10:28–1:10:55)

Jo 1:9