„IN 1987 woonden ruim duizend afgevaardigden het ’Goddelijke vrede’-districtscongres bij in Guékédou in Guinee. Omdat de congreslocatie dicht bij de grens met Sierra Leone en Liberia lag, besloten veel afgevaardigden uit die landen elke dag naar huis te gaan. Maar ze beschikten niet over de juiste reisdocumenten. Dus onderhandelden verantwoordelijke broeders met de grensautoriteiten en ze bereikten een akkoord. De afgevaardigden zouden maar één document nodig hebben: hun congresbadge! Als de grenspolitie de oranje kaartjes zag, gebaarden ze onmiddellijk dat de afgevaardigden door konden lopen.” — Everett Berry, voormalig zendeling.