IK WERD in 1961 gedoopt, ongeveer een maand na de moord op Trujillo. Ik studeerde toen rechten aan de universiteit. Mijn vader wilde dat ik jurist werd, maar ik zag de superioriteit van Jehovah’s onderwijs in. Ondanks de druk van mijn vader verliet ik dus de universiteit. Kort daarna werd ik als speciale pionier aangesteld.

Een van mijn toewijzingen was La Vega, jarenlang een katholiek bolwerk. Toen ik daar pionierde, aanvaardde niemand de waarheid. Als ik een openbare lezing hield, was mijn pionierspartner de enige aanwezige. Toch kreeg ik kracht van Jehovah door persoonlijke studie, grote vergaderingen en vurige gebeden. Ik vroeg Jehovah of er ooit een gemeente in La Vega zou komen. Ik ben blij te kunnen vertellen  dat er nu zes Koninkrijkszalen, veertien gemeenten en meer dan achthonderd verkondigers zijn.

In 1965 trouwde ik met Ángela en in 1981 werden we uitgenodigd voor Bethel. Toen ik me liet dopen, waren er maar 681 verkondigers in de Dominicaanse Republiek. Nu zijn het er meer dan 36.000, en op onze grote vergaderingen zijn duizenden aanwezigen. Ik vind het geweldig hoe Jehovah het hart van zo velen heeft geopend voor de waarheid.