Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

DOMINICAANSE REPUBLIEK

De katholieke kerk en Trujillo

De katholieke kerk en Trujillo

WAT voor relatie had Trujillo met de katholieke kerk? Een politiek analist zei: ‘In de lange regeringsperiode van Trujillo (1930-1961) steunden Kerk en Staat in de Dominicaanse Republiek elkaar; de dictator bevoorrechtte de kerk, die op haar beurt zijn regime ondersteunde.ʼ

In 1954 reisde Trujillo naar Rome en ondertekende daar een concordaat met de paus. Een voormalige vertrouwenspersoon van Trujillo, Germán Ornes, schreef: ‘Aangezien de overgrote meerderheid van de Dominicaanse kerk pro-Trujillo is, vormt [het] een grote steun voor “de Baas” [Trujillo]. De geestelijken, onder leiding van de aartsbisschoppen Ricardo Pittini en Octavio Beras, behoorden tot de voornaamste propagandisten van het regime.ʼ

Ornes vertelde verder: ‘De paus greep elke geschikte gelegenheid aan om Trujillo zijn hartelijke groeten te zenden. (...) Francis kardinaal Spellman, de speciale vertegenwoordiger van de paus, bracht in 1956 een hartelijke boodschap over aan het [door Trujillo] gesponsorde Congres van de Katholieke Cultuur in Ciudad Trujillo. Toen hij uit New York aankwam, werd hij op een triomfantelijke manier ontvangen door niemand minder dan de Generalissimo zelf [Trujillo]. Hun omhelzingen stonden de volgende dag op alle voorpagina’s van de Dominicaanse kranten.ʼ

In 1960 schreef het tijdschrift Time: ‘Tot op heden hebben Trujillo en de kerk het goed met elkaar kunnen vinden. Aartsbisschop Ricardo Pittini is nu 83 jaar oud en blind, maar vier jaar geleden schreef hij nog een brief aan The New York Times. Daarin prees hij Trujillo en zei dat “deze ‘dictatorʼ geliefd en geëerd wordt door zijn volk”.ʼ

De katholieke kerk had Trujillo’s wrede dictatuur dertig jaar lang trouw gesteund, maar naarmate het politieke klimaat veranderde, begon ze haar houding bij te stellen. De politiek analist vertelt: ‘Toen de dictatuur steeds meer werd tegengestaan en er later een poging werd gedaan om het land te democratiseren, moest de kerk, die jarenlang op heel goede voet had gestaan met Trujillo, haar standpunt veranderen.ʼ

In 2011 zag de kerk zich uiteindelijk genoodzaakt het Dominicaanse volk haar verontschuldigingen aan te bieden. In een bisschoppelijke brief die in de krant Dominican Today werd aangehaald, stond: ‘We erkennen dat we fouten hebben gemaakt en niet altijd trouw zijn gebleven aan ons geloof, onze roeping en onze verantwoordelijkheden. Daarom vragen we om vergiffenis en smeken we alle Dominicanen om begrip en genade.ʼ