Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

DOMINICAANSE REPUBLIEK

‘Ik vocht als een leeuw’

Luis Eduardo Montás

‘Ik vocht als een leeuw’
  • GEBOREN 1906

  • GEDOOPT 1947

  • BIJZONDERHEDEN Een voormalig ambtenaar in de politieke partij van Rafael Trujillo. Hij leerde de Bijbelse waarheid kennen en diende Jehovah trouw tot hij in 2000 overleed.

LUIS, die familie van Trujillo was, diende als de ambtenaar van financiën voor de Partido Dominicano, de regerende politieke partij. Hoewel Luis walgde van Trujillo’s politieke organisatie en hij zich vaak uit zijn ambt wilde terugtrekken, stond de dictator dat niet toe.

Nadat Trujillo twee broers van Luis had laten ombrengen, probeerde Luis de dictator tot tweemaal toe te vermoorden. Toch werd hij nooit in verband gebracht met deze aanslagen. Luis zocht zelfs hulp bij mediums om deze man te vermoorden. Hij zei: ‘Trujillo gedroeg zich als een beest en voelde zich boven iedereen verheven.’ Bij een van de mediums thuis zag Luis op tafel het boek De Waarheid Zal U Vrijmaken’ en begon erin te lezen. Luis vond het boek zo interessant dat hij het mee naar huis nam en later tot de conclusie kwam dat dit de waarheid was die hij zocht.

Toen Luis naar Ciudad Trujillo reisde, woonde hij een vergadering van Jehovah’s Getuigen bij en nam verschillende boeken en tijdschriften mee. Hij bracht de hele nacht lezend door en vroeg later om Bijbelstudie. Naarmate hij met zijn studie vorderde, besloot Luis het regime van Trujillo de rug toe te keren. Toen de dictator dit te weten kwam, bood hij Luis een prestigieuze positie aan als hoofd van het Dominicaanse consulaat op Porto Rico. Luis wees dit aanbod af, ook al wist hij dat zijn beslissing hoogstwaarschijnlijk tot vervolging zou leiden.

Luis vertelde: ‘Ik werd op allerlei manieren mishandeld en de regering verzon van alles om me in een val te lokken. Maar ik was vastbesloten de genoegens van deze wereld op te geven.’ Luis werd zo vrijmoedig in het prediken van het goede nieuws dat de plaatselijke katholieke priesters hem de bijnaam ‘de prediker’ gaven. Op 5 oktober 1947, een halfjaar na het bijwonen van zijn eerste vergadering, liet Luis zich dopen.

Na zijn doop werd Luis achternagezeten, gevangengenomen en in eenzame opsluiting gezet. Er werden meerdere aanslagen op zijn leven gepleegd. Maar telkens wanneer hij gearresteerd werd en voor het gerecht werd gebracht, maakte hij van de situatie gebruik om getuigenis te geven. ‘Ik vocht als een leeuw om mijn geloof te verdedigen,’ vertelde Luis ‘en ik kijk hier met veel vreugde op terug.’

Luis’ reputatie als trouwe aanbidder van God ging niet onopgemerkt aan zijn omgeving voorbij. In 1994 schreef de Dominicaanse krant El Siglo: ‘Meneer Luis Eduardo Montás staat in San Cristóbal bekend om zijn oprechtheid. Hij is een schat van een man, een zachtaardig mens met medegevoel. Alles wat in de geschiedenis van San Cristóbal over hem bekend is, houdt verband met zijn roeping als christen.’