INDONESIË
Het werk komt in een stroomversnelling
Toen de kerkleiders te weten kwamen dat Jehovah’s Getuigen godsdienstvrijheid gekregen hadden, werden ze woest. Meer dan 700 geestelijken en andere verantwoordelijken van zeven protestantse kerken hielden een bijeenkomst in Jakarta om er bij de regering op aan te dringen het verbod opnieuw in te stellen. Maar de regering hield voet bij stuk.
Het nieuws dat het verbod was opgeheven, verspreidde zich geleidelijk over het land en veel geïnteresseerden schreven naar het bijkantoor voor lectuur of voor een Bijbelstudie. In 2003 woonden meer dan 42.000 mensen het Avondmaal bij; dat was meer dan het dubbele van het aantal verkondigers. Bijna 10.000 personen bezochten een grote vergadering in Jakarta, onder wie een belangrijke ambtenaar van het departement van Religieuze Zaken. Hij was onder de indruk van het feit dat zowel jong als oud de genoemde Bijbelteksten opzocht. Hij verzekerde de broeders ervan dat hij er alles aan zou doen om de verkeerde ideeën over Jehovah’s Getuigen recht te zetten.
Nu het verbod was opgeheven, konden zendelingen naar Indonesië terugkeren. De eersten die dat deden waren Josef en Herawati Neuhardt * (vanuit de Solomoneilanden), Esa en Wilhelmina Tarhonen (vanuit Taiwan), Rainer en Felomena Teichmann (vanuit Taiwan), en Bill en Nena Perrie (vanuit Japan). Na hen arriveerden er ook nieuwe Gileadzendelingen, die toegewezen werden aan Noord-Sumatra, Kalimantan, Noord-Sulawesi en andere afgelegen gebieden.
In 2005 organiseerde het bijkantoor twee nieuwe theocratische scholen. Julianus Benig, een van de leraren van de Bedienarenopleidingsschool (nu School voor Koninkrijkspredikers), zei: ‘Ik vond het echt geweldig om de studenten te helpen hun onderwijs en spreekvaardigheid te verbeteren zodat ze nog meer voor de organisatie zouden kunnen betekenen.’ Veel afgestudeerden van deze school dienen nu als speciale pionier of kringopziener. In de eerste klas van de School voor Reizende Opzieners (nu School voor Kringopzieners en hun Vrouwen) zaten veel broeders die tijdens het verbod waren opgeleid tot kringopziener. Deze nieuwe school hielp ze om hun toewijzing na het verbod voort te zetten. Ponco Pracoyo, die in de eerste klas zat, zei: ‘De school heeft me geholpen om mijn taak als kringopziener beter uit te voeren en
meer empathie te tonen. Het was verfrissend en motiverend.’In een dringende behoefte voorzien
Gedurende het verbod, dat 25 jaar duurde, vergaderden de meeste gemeenten in Indonesië in kleine huisjes van broeders en zusters. Weinig gemeenten hadden voldoende geld om een Koninkrijkszaal te bouwen en het was bijna onmogelijk daar een bouwvergunning voor te krijgen. Omdat veel gemeenten uit hun voegen barstten, richtte het bijkantoor een Koninkrijkszalenbouwbureau op (nu Plaatselijke Bouwafdeling) om iets aan die situatie te doen.
Een van de eerste gebieden die voordeel trok van het nieuwe bouwprogramma was Nias (Noord-Sumatra). Haogo’aro Gea, die al lang in de gemeente Gunungsitoli zit, zegt: ‘Toen we hoorden dat we een nieuwe Koninkrijkszaal zouden krijgen, waren we superblij. Het bijkantoor zond zeven bouwvrijwilligers om het project te leiden. In 2001 was de zaal klaar.’ Faonasökhi Laoli, die in het plaatselijke bouwcomité diende, vertelt: ‘Vroeger vergaderden we bij broeders en zusters thuis, en de gemeenschap keek op ons neer. Maar toen de Koninkrijkszaal klaar was, steeg het gemiddelde aantal aanwezigen van 20 naar 40. Binnen het jaar was het aantal aanwezigen met 500 procent gestegen. Onze plaats van aanbidding is de mooiste in de streek, en de gemeenschap heeft nu respect voor Jehovah’s Getuigen.’
In 2006 gingen de broeders in Bandung (West-Java) op zoek naar een stuk grond om de eerste Koninkrijkszaal van de stad te kunnen bouwen. Singap Panjaitan, een ouderling die in het bouwcomité diende, zegt: ‘Na een jaar zoeken, vonden we eindelijk een geschikt perceel.
Maar de overheid wilde ons pas een bouwvergunning geven als we toestemming hadden van minstens 60 buren die geen Getuigen waren. We kregen de steun van 76 buren, onder wie een invloedrijke vrouw die eerst tegenstand had geboden. Toen de zaal klaar was, nodigden we alle buren en de burgemeester van Bandung uit voor een open dag. De burgemeester zei: “Deze nette plaats van aanbidding is hét voorbeeld voor alle andere kerken.”’ De Koninkrijkszaal, die twee verdiepingen telt, werd in 2010 ingewijd.Sinds 2001 zijn er in Indonesië meer dan 100 Koninkrijkszalen gebouwd, maar er zijn er nog veel meer nodig.
^ ¶3 Het levensverhaal van Herawati Neuhardt verscheen in de Ontwaakt! van februari 2011.