IN MEI 1963 braken er overal in West-Java rellen uit die gericht waren tegen de Chinese bevolking. In Sukabumi, waar onze familie een transportbedrijf had, ging het er het hevigst aan toe. Honderden mensen, onder wie enkele buren, stormden blind van woede ons huis binnen. We kropen doodsbang bijeen terwijl de menigte ons huis leegplunderde en kort en klein sloeg.

Toen ze vertrokken waren, kwamen andere buren ons troosten. Mijn vader zat met hen in de woonkamer op de grond. Daar vond hij, tussen onze kapotte spulletjes, zijn grote Sundase bijbel. Hij sloeg hem open en vertelde de buren dat deze toestanden voorspeld waren. Daarna vertelde hij over het Koninkrijk en de mooie toekomst die ons te wachten staat.

Het leven van mijn vader draaide niet om geld of spullen. Hij zei vaak: ‘Geestelijke zaken gaan voor!’ Dankzij zijn voorbeeld van ijver kwamen mijn moeder, mijn vijf broers en zussen, mijn opa van 90 en veel familieleden en buren in de waarheid.