RESULTATEN UIT HET WERELDWIJDE VELD
Amerika
-
LANDEN 57
-
INWONERS 982.501.976
-
VERKONDIGERS 4.102.272
-
BIJBELSTUDIES 4.345.532
Studie bij kaarslicht
Een speciale pioniersechtpaar dat in een afgelegen gebied in Brazilië predikt, hoorde over Valdira, een vrouw die 13 jaar eerder Bijbelstudie had gehad. Na een lange reis over stoffige, onverharde wegen en gammele bruggetjes ontmoetten ze Valdira, die heel blij was dat ze weer Bijbelstudie kon krijgen. Omdat Valdira zo afgelegen woonde, bedachten ze een creatieve oplossing om de Bijbelstudie regelmatig door te kunnen
laten gaan. Valdira had een mobiele telefoon, maar de enige plaats waar ze een goed bereik had, was in een veld dat ver van haar huis lag. Bovendien kon ze pas na negen uur ’s avonds studeren. Dat leverde een bijzonder plaatje op: een jonge vrouw die ’s avonds laat, midden in een veld, bij kaarslicht Bijbelstudie krijgt via de telefoon.Elke zondag gaat ze met haar bijbel, Wachttoren en zangboek naar het veld en luistert dan via de telefoon naar de vergadering. En als het regent, neemt ze een paraplu mee.
In maart reisde ze bijna 100 kilometer naar de dichtstbijzijnde Koninkrijkszaal voor een speciale vergadering. De herziene Nieuwe-Wereldvertaling in het Portugees werd toen uitgegeven. Valdira was heel blij met haar nieuwe bijbel. Toen iemand haar een compliment gaf omdat ze zo veel moeite doet om de Bijbel te bestuderen, reageerde ze: ‘Ach, zo moeilijk is dat niet!’
‘Ik wist dat jullie vroeg of laat zouden komen’
De Yukpa zijn indianen die in Colombia wonen. Toen Frank, een speciale pionier, naar een van hun dorpen wilde gaan, werd hij gewaarschuwd voor het plaatselijke stamhoofd, John Jairo. Die had namelijk verschillende evangelische groepjes het dorp uit gejaagd toen die daar wilden prediken. Bij een zo’n gelegenheid had John ontdekt dat een predikant tienden aan het innen was. Hij had zijn geweer gepakt en een paar keer in de lucht geschoten. De predikant was er als een haas vandoor gegaan.
Frank vertelt: ‘We kwamen bij het dorpje aan en uitgerekend de eerste persoon die naar ons luisterde, was een dochter van John Jairo! Toen we haar het Leert de bijbel-boek lieten zien, zei ze: “Bij deze religie wil ik horen!” Ze rende naar haar vader om te vertellen dat we er waren en we moesten onmiddellijk bij hem komen. We waren best zenuwachtig, maar voordat we iets konden zeggen, zei hij: “Ik weet dat jullie religie de ware religie is. Acht jaar geleden vond ik op een vuilnisbelt in Becerril het boek dat jullie aan mijn dochter hebben gegeven. Ik las het, en sinds die tijd wacht ik op jullie komst. Ik wist dat jullie vroeg of laat zouden komen. Ik wil dat jullie Bijbelles geven aan mij, aan mijn gezin en aan dit dorp. Jullie zijn hier welkom.”
Toen hij dat zei, kregen we tranen in onze ogen. Het hele dorp kwam bijeen om te luisteren naar wat we te vertellen hadden. John Jairo tolkte. Toen we weer vertrokken,
leende hij ons een ezeltje om onze bagage te dragen. We leiden nu 47 Bijbelstudies met 120 personen uit verschillende dorpjes van de Yukpa — onder wie John Jairo en zijn dochter.’Een vervolger verandert zijn leven
José uit Ecuador was vroeger fanatiek katholiek. Hij schrijft: ‘Ik haatte Jehovah’s Getuigen enorm en heb ze tien jaar lang vervolgd. Ik hitste mensen tegen de Getuigen op, mishandelde ze fysiek, en beschuldigde hen ervan dieven te zijn. Als ze dan werden opgepakt, stond ik erop dat ik de cel op slot deed. Een keer hebben we een auto van een Getuige vernield. En we hebben iemands motor in een ravijn gegooid.
In 2010 kreeg ik de Mexicaanse griep. Ik woonde hoog in de Andes, en de dokter adviseerde me het warmere klimaat van de kust op te zoeken om te herstellen. Daarom vertrok ik naar een boerderijtje van een familielid, dicht bij de kust. Na verloop van tijd moest ik in mijn eentje voor de boerderij zorgen. Ik voelde me alleen en verlangde naar een gesprek, met wie dan ook. En wie kwamen er naar de boerderij? Jehovah’s Getuigen! Puur uit eenzaamheid ging ik met ze praten. Ik keek ervan op hoe goed ze de Bijbel gebruikten. Ik was nieuwsgierig en aanvaardde een Bijbelstudie. Een halfjaar later bezocht ik voor het eerst een vergadering. Ik was onder de indruk van al die vriendelijke mensen die belangstelling voor me toonden en vroeg me af: zijn dit misschien de ware aanbidders van God? Ik maakte goede vorderingen en liet me in april 2014 dopen.
Ik voelde me schuldig dat ik de Getuigen vervolgd had. Maar gelukkig gaf Jehovah me de kans het een klein beetje goed te maken. Op 4 oktober 2014 werd ik tijdens een kringvergadering geïnterviewd over mijn verleden. De broeder vroeg: “Als je de kans zou krijgen je excuses aan te bieden aan één iemand die je vervolgd hebt, wie zou dat dan zijn?” Ik zei meteen dat dat Edmundo zou zijn, maar dat ik niet wist hoe ik hem kon vinden. Zonder mijn medeweten had de kringopziener ervoor gezorgd dat Edmundo achter het podium stond. Toen Edmundo en ik elkaar huilend in de armen sloten, werden er in het publiek heel wat traantjes weggepinkt.’
‘Alstublieft, Jehovah, laat uw Getuigen mij vinden’
Een groepje zusters in Asunción (Paraguay) was in de velddienst en had net een gebiedje afgewerkt. De middagzon
scheen fel, maar ze besloten nog even te prediken bij wat huizen verderop. Een zuster zei: ‘Misschien is er wel iemand aan het bidden.’ Bij een van de huizen werden ze begroet door een vriendelijke jonge vrouw die vroeg of ze Jehovah’s Getuigen waren. Ze legde uit dat ze de maand ervoor van Bolivia naar Paraguay was verhuisd voor haar werk. In Bolivia kreeg ze Bijbelstudie, maar hier kon niemand haar vertellen waar de Getuigen waren. Daarom had ze precies vandaag gebeden: ‘Alstublieft, Jehovah, laat uw Getuigen mij vinden.’ En nu stonden de zusters voor haar deur en konden ze een afspraak maken voor een Bijbelstudie.