Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 33

Jesaja’s profetie gaat in vervulling

Jesaja’s profetie gaat in vervulling

MATTHEÜS 12:15-21 MARKUS 3:7-12

  • MENIGTEN VERDRINGEN ZICH RONDOM JEZUS

  • HIJ VERVULT EEN PROFETIE VAN JESAJA

Jezus en zijn discipelen komen te weten dat de farizeeën en de aanhangers van Herodes plannen maken om hem te doden. Daarom vertrekken ze naar het Meer van Galilea. Grote menigten komen naar Jezus toe — vanuit Galilea, de kuststeden Tyrus en Sidon, het gebied ten oosten van de Jordaan, Jeruzalem en Idumea verder in het zuiden. Velen worden door Jezus genezen. Daarom verdringen allerlei mensen met een ernstige ziekte zich rondom hem. Ze wachten niet totdat Jezus bij ze komt, maar vol ongeduld proberen ze allemaal om hem aan te raken (Markus 3:9, 10).

De massa mensen is zo groot dat Jezus tegen zijn discipelen zegt dat ze moeten zorgen voor een bootje zodat hij een stukje het water op kan gaan en niet in het gedrang komt. Ook kan hij de menigte vanuit de boot onderwijzen of naar een ander gedeelte van de oever gaan om nog meer mensen te helpen.

De discipel Mattheüs merkt op dat Jezus vervult ‘wat via de profeet Jesaja was gezegd’ (Mattheüs 12:17). Welke profetie bedoelt Mattheüs?

‘Kijk! Mijn geliefde dienaar, die ik gekozen heb en die ik heb goedgekeurd! Ik zal hem mijn geest geven en hij zal de volken duidelijk maken wat gerechtigheid is. Hij zal niet ruziën of schreeuwen, en niemand zal op straat zijn stem horen. Een geknakt riet zal hij niet afbreken en een lamp met een smeulende pit zal hij niet doven, tot hij het recht laat zegevieren. En op zijn naam zullen de volken hun hoop vestigen’ (Mattheüs 12:18-21; Jesaja 42:1-4).

De ‘geliefde dienaar’ die door God wordt goedgekeurd, is natuurlijk Jezus. Hij maakt duidelijk wat echte gerechtigheid inhoudt. Dit is door valsreligieuze tradities namelijk onduidelijk geworden. De onrechtvaardige farizeeën geven hun eigen uitleg aan Gods wet; op de sabbat zullen ze zelfs een zieke niet te hulp komen! Jezus bevrijdt mensen van de zware last van zulke onrechtvaardige tradities. Zo maakt hij duidelijk wat Gods gerechtigheid inhoudt en laat hij zien dat Gods geest met hem is. Dat is de reden waarom de religieuze leiders hem willen doden. Wat verschrikkelijk!

En wat betekenen de woorden: ‘Hij zal niet ruziën of schreeuwen, en niemand zal op straat zijn stem horen’? Als Jezus iemand geneest, zegt hij nadrukkelijk tegen zowel mensen als demonen dat ze ‘niet bekend mogen maken wie hij is’ (Markus 3:12). Hij heeft geen behoefte aan luidruchtige publiciteit en wil niet dat mensen via via allerlei sterke verhalen over hem horen.

Jezus heeft ook een vertroostende boodschap voor mensen die te vergelijken zijn met een beschadigde rietstengel, geknakt en onder de voet gelopen. Ze zijn als een lamp met een smeulende pit, die op het punt staat uit te gaan. Jezus breekt de geknakte rietstengel niet af en hij dooft de smeulende pit niet uit. Integendeel, hij weet precies hoe hij zulke personen teder en liefdevol kan aanmoedigen. Jezus is degene op wie iedereen zijn hoop kan vestigen!