Paulus’ derde predikingstocht eindigde in Jeruzalem. Daar werd hij gearresteerd en in de gevangenis gegooid. ’s Nachts kreeg hij een visioen. Jezus zei tegen hem: ‘Je zult naar Rome gaan, en ook daar zul je prediken.’ Paulus werd van Jeruzalem naar Cesarea gebracht. Daar zat hij twee jaar in de gevangenis. Toen hij werd ondervraagd door gouverneur Festus, zei Paulus: ‘Ik wil me verdedigen voor caesar, in Rome.’ Festus zei: ‘Als jij je wilt verdedigen voor caesar, dan stuur ik je naar caesar.’ Dus werd Paulus op een schip gezet naar Rome. Twee broeders, Lukas en Aristarchus, gingen met hem mee.

Op zee kwamen ze terecht in een zware storm, die dagenlang bleef doorgaan. Iedereen dacht dat ze zouden verdrinken. Maar Paulus zei: ‘Mannen, ik heb een droom gehad. Een engel zei tegen me: “Wees niet bang, Paulus. Je zult in Rome aankomen. En iedereen aan boord van het schip zal het overleven.”’ Toen zei Paulus: ‘Jullie hoeven dus niet bang te zijn. We gaan niet dood.’

Het bleef 14 dagen lang stormen. Toen kwam er eindelijk land in zicht! Het was het eiland Malta. Het schip liep vast op een zandbank en brak in stukken. Maar alle 276 personen aan boord kwamen veilig aan land. Sommigen zwommen, anderen hielden zich vast aan een stuk van het schip en dreven naar het strand. Daar werden ze geholpen door de bewoners van Malta. Die maakten een vuur waar iedereen zich bij kon opwarmen.

Drie maanden later werd Paulus door soldaten op een ander schip gezet en naar Rome gebracht. Toen hij aankwam, werd hij verwelkomd door de broeders daar. Toen Paulus ze zag, was hij heel blij en bedankte hij Jehovah. Paulus mocht in een huis wonen dat hij zelf huurde. Maar hij werd wel altijd bewaakt door een soldaat omdat hij eigenlijk een gevangene was. Paulus woonde er twee jaar en kreeg bezoek van allerlei mensen. Hij vertelde ze over Gods Koninkrijk en leerde ze meer over Jezus. Paulus schreef ook brieven naar de gemeenten in Klein-Azië en Judea. Jehovah gebruikte Paulus echt om het goede nieuws bekend te maken aan mensen uit allerlei volken.