1-3. (a) Op welke manier verliet Jezus zijn apostelen, en waarom was dat geen triest afscheid? (b) Waarom moeten we weten wat Jezus sinds zijn terugkeer naar de hemel heeft gedaan?

 DE 11 apostelen staan samen op een berg en kijken naar de man voor wie ze veel liefde en respect hebben. Het is Jezus, die uit de dood is opgewekt en nu opnieuw Jehovah’s machtigste engel is. Jezus is met zijn apostelen op de Olijfberg om voor de laatste keer met ze samen te zijn.

² De Olijfberg ligt vlakbij Jeruzalem en wordt van de stad gescheiden door het Kidrondal. Ongetwijfeld komen hier heel wat herinneringen bij Jezus op. Op de oostelijke helling ligt het plaatsje Bethanië, waar Jezus Lazarus uit de dood heeft opgewekt. Nog maar een paar weken geleden begon Jezus vanuit het nabijgelegen Bethfagé aan zijn intocht in Jeruzalem. Ook de hof van Gethsemané, waar Jezus de moeilijke uren vóór zijn arrestatie doorbracht, ligt waarschijnlijk op de Olijfberg. Op deze heuvel staat Jezus nu op het punt zijn vrienden en volgelingen achter te laten. Hij spreekt vriendelijke afscheidswoorden. Dan begint hij van de aarde op te stijgen! De apostelen staan aan de grond genageld en kijken toe terwijl hun geliefde Meester wordt omhooggeheven. Uiteindelijk onttrekt een wolk hem aan het gezicht, en ze zien hem niet meer (Handelingen 1:6-12).

³ Dit komt misschien over als een triest afscheid, maar dat is het niet. Er verschijnen twee engelen die de apostelen ervan verzekeren dat dit niet het einde van Jezus’ verhaal is (Handelingen 1:10, 11). In veel opzichten is zijn vertrek naar de hemel juist een begin. De Bijbel legt uit wat Jezus heeft gedaan sinds hij in de hemel is, en het is belangrijk dat we daar meer over te weten komen. Waarom? Denk aan wat Jezus tegen Petrus zei: ‘Blijf mij volgen’ (Johannes 21:19, 22). Het is  duidelijk dat het gehoorzamen van dat gebod geen tijdelijke keus is maar een manier van leven. Daarom moeten we begrijpen wat onze Meester nu doet en welke taken hij in de hemel heeft gekregen.

4. Hoe heeft de Bijbel voorspeld wat er na Jezus’ terugkeer in de hemel zou gebeuren?

⁴ De Bijbel zegt niets over Jezus’ aankomst in de hemel en over de vreugdevolle hereniging met zijn Vader en de andere engelen. Maar de Bijbel voorspelde wel wat Jezus na zijn terugkeer moest doen. Ruim 15 eeuwen lang was het Joodse volk namelijk geregeld getuige geweest van een heilige ceremonie. Eén dag per jaar ging de hogepriester het allerheiligste van de tempel binnen om het bloed van de slachtoffers die op de Verzoendag werden gebracht, vóór de ark van het verbond te spatten. Wat de hogepriester die dag deed, beeldde af wat de Messias zou doen. Na zijn terugkeer in de hemel heeft Jezus de profetische betekenis van die ceremonie eens en voor altijd vervuld. Hij verscheen in Jehovah’s glorierijke aanwezigheid in de hemel — de heiligste plaats in het universum — en bood zijn Vader de waarde van zijn loskoopoffer aan (Hebreeën 9:11, 12, 24). Aanvaardde Jehovah dat offer?

5, 6. (a) Waaruit bleek dat Jehovah het loskoopoffer van Christus had aanvaard? (b) Wie hebben voordeel van de losprijs, en hoe?

⁵ Het antwoord weten we door wat er een aantal dagen na Jezus’ hemelvaart gebeurde. Een kleine groep van ongeveer 120 christenen was in Jeruzalem bijeengekomen in een bovenkamer. Plotseling hoorden ze een geluid dat klonk als een sterke windvlaag en het vulde het hele huis. Er verschenen een soort vuurtongen boven hun hoofd, ze werden met heilige geest vervuld en ze begonnen in verschillende talen te spreken (Handelingen 2:1-4). Dit betekende de geboorte van  een nieuwe natie: het geestelijke Israël, Gods nieuwe ‘uitverkoren geslacht’ en ‘koninklijke priesterschap’ om zijn wil op aarde uit te voeren (1 Petrus 2:9). Het was duidelijk dat Jehovah het loskoopoffer van Christus had aanvaard en goedgekeurd. Deze uitstorting van de heilige geest was een van de eerste zegeningen die door de losprijs mogelijk werden.

⁶ Sinds die tijd hebben Christus’ volgelingen over de hele wereld voordeel gehad van zijn losprijs. Dat geldt zowel voor de gezalfde ‘kleine kudde’, die met Christus in de hemel zal regeren, als voor de ‘andere schapen’, die onder zijn bestuur op aarde zullen leven (Lukas 12:32; Johannes 10:16). De losprijs is de basis voor onze hoop en voor de vergeving van onze zonden. Zolang we geloof tonen in die losprijs en Jezus elke dag volgen, kunnen we een rein geweten en een schitterende hoop voor de toekomst hebben (Johannes 3:16).

7. Welke autoriteit kreeg Jezus na zijn terugkeer in de hemel, en hoe kun jij hem steunen?

⁷ Wat heeft Jezus sinds zijn terugkeer in de hemel gedaan? Hij heeft heel veel autoriteit gekregen (Mattheüs 28:18). Jehovah heeft hem het bestuur gegeven over de christelijke gemeente, een taak die hij op een liefdevolle en rechtvaardige manier uitvoert (Kolossenzen 1:13). Zoals voorspeld, heeft Jezus voorzien in betrouwbare mannen om voor zijn kudde te zorgen (Efeziërs 4:8). Hij koos bijvoorbeeld Paulus uit als ‘een apostel voor de heidenen’ en stuurde hem eropuit om het goede nieuws in verre gebieden bekend te maken (Romeinen 11:13; 1 Timotheüs 2:7). Tegen het einde van de eerste eeuw liet Jezus boodschappen overbrengen aan zeven gemeenten in de Romeinse provincie Asia om ze te prijzen, raad te geven en te corrigeren (Openbaring 2 en 3). Erken jij Jezus als hoofd van de christelijke gemeente? (Efeziërs 5:23) Eén manier om zijn gezag te steunen, is door samen te werken met degenen die in jouw gemeente de leiding nemen.

8, 9. Welke autoriteit kreeg Jezus in 1914, en welke invloed moet dat hebben op onze beslissingen?

 ⁸ In 1914 kreeg Jezus nog meer autoriteit. In dat jaar werd hij als Koning van Jehovah’s Messiaanse Koninkrijk aangesteld. Toen Jezus begon te regeren, ‘brak er oorlog uit in de hemel’. Wat was het gevolg? Satan en zijn demonen werden naar de aarde geworpen, waardoor een tijdperk van veel ellende aanbrak. De toename in oorlogen, misdaden, terreurdaden, ziekten, aardbevingen en hongersnoden herinnert ons eraan dat Jezus nu in de hemel regeert. Satan heeft ‘nog maar weinig tijd’ als ‘heerser van deze wereld’ (Openbaring 12:7-12; Johannes 12:31; Mattheüs 24:3-7; Lukas 21:11). Maar Jezus geeft mensen over de hele wereld de gelegenheid om zijn bestuur te aanvaarden.

⁹ Het is heel belangrijk dat we de keus maken om de Messiaanse Koning te steunen. Bij al onze beslissingen willen we zijn goedkeuring hebben, en niet die van deze slechte wereld. Jezus, de ‘Koning der koningen en Heer der heren’, houdt van rechtvaardigheid (Openbaring 19:16). Dus als hij naar de aarde kijkt, ziet hij dingen die hem woedend maken maar ook dingen die hem vreugde geven.

10. Wat voor persoon is Jezus van nature, maar waarover is hij terecht woedend?

¹⁰ Net als Jehovah is Jezus van nature gelukkig (1 Timotheüs 1:11). Als mens was Jezus niet kritisch of veeleisend. Toch gebeurt er in deze tijd veel op aarde dat hem woedend moet maken. Hij is ongetwijfeld woedend op alle religieuze organisaties die ten onrechte beweren hem te vertegenwoordigen. Hij voorspelde: ‘Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen me zegt, zal het Koninkrijk van de hemel binnengaan, maar alleen degene die de wil doet van mijn Vader in de hemel. Op die dag zullen veel mensen tegen me zeggen: “Heer, Heer, we hebben toch (...) in uw naam allerlei wonderen  gedaan?” Dan zal ik openlijk tegen ze zeggen: “Ik heb jullie nooit gekend! Ga weg, wetteloze mensen!”’ (Mattheüs 7:21-23)

11-13. Waarom is Jezus woedend op sommigen die in zijn naam ‘allerlei wonderen’ hebben gedaan? Illustreer dat.

¹¹ Heel wat mensen die zich christen noemen, vinden zijn woorden misschien verrassend. Waarom zegt Jezus zulke harde dingen tegen mensen die in zijn naam ‘allerlei wonderen’ hebben gedaan? De kerken van de christenheid hebben goede doelen gesteund, armen geholpen, ziekenhuizen en scholen gebouwd en nog veel meer gedaan. Het volgende voorbeeld illustreert waarom ze Jezus’ woede verdienen.

¹² Een vader en moeder moeten op reis. Ze kunnen hun kinderen niet meenemen, en daarom nemen ze een kinderoppas. Ze geven haar eenvoudige instructies: ‘Zorg voor onze kinderen. Geef ze te eten, en zorg ervoor dat ze schoon zijn en dat hun niets overkomt.’ Maar als de ouders terugkomen, zien ze tot hun grote schrik dat de kinderen uitgehongerd zijn. Ze zien er vuil, ongezond en verwaarloosd uit. Ze schreeuwen om de aandacht van de oppas, maar die negeert de kinderen. Waarom? Ze staat op een ladder de ramen te lappen. Woedend eisen de ouders een verklaring. De oppas antwoordt: ‘Kijk eens wat ik allemaal gedaan heb! Zijn de ramen niet schoon? Ik heb ook reparaties in huis gedaan, allemaal voor jullie!’ Zou dat de ouders kalmeren? Natuurlijk niet! Ze hebben haar nooit gevraagd die klusjes te doen. Ze wilden alleen dat er voor hun kinderen werd gezorgd. Ze zijn woedend dat de oppas hun instructies heeft genegeerd.

¹³ De christenheid is te vergelijken met die kinderoppas. Jezus heeft zijn vertegenwoordigers instructies gegeven om mensen geestelijk te voeden door hun de waarheid uit de Bijbel te onderwijzen en ze te helpen geestelijk rein te zijn (Johannes 21:15-17). Maar de christenheid heeft die instructies  totaal niet opgevolgd. De geestelijken hebben de mensen niet geleerd wat er in de Bijbel staat of hoe ze God moeten aanbidden. In plaats daarvan hebben ze de mensen leugens verteld (Jesaja 65:13; Amos 8:11). En hun pogingen om de wereld te verbeteren zijn geen rechtvaardiging voor hun opzettelijke ongehoorzaamheid. Deze slechte wereld is namelijk te vergelijken met een huis dat op het punt staat gesloopt te worden! De Bijbel maakt duidelijk dat Satans stelsel binnenkort vernietigd zal worden (1 Johannes 2:15-17).

14. Welk werk maakt Jezus in deze tijd blij, en waarom?

¹⁴ Aan de andere kant moet Jezus heel blij zijn als hij vanuit de hemel ziet dat miljoenen personen zijn opdracht uitvoeren om discipelen te maken — de opdracht die hij zijn volgelingen gaf voordat hij de aarde verliet (Mattheüs 28:19, 20). Het is echt een voorrecht om bij te dragen tot de vreugde van onze Koning! En we willen heel graag ‘de getrouwe en beleidvolle slaaf’ steunen (Mattheüs 24:45). Deze kleine groep gezalfde broeders is heel anders dan de geestelijken van de christenheid. Ze geven gehoorzaam leiding aan de prediking en voorzien Christus’ schapen van geestelijk voedsel.

15, 16. (a) Hoe denkt Jezus over de liefdeloosheid op aarde, en hoe weten we dat? (b) Waarom is Jezus woedend op de leiders van de christenheid?

¹⁵ We kunnen er zeker van zijn dat de Koning woedend is als hij de liefdeloosheid op aarde ziet. Denk maar aan hoe de farizeeën Jezus bekritiseerden omdat hij op de sabbat mensen genas. Ze waren zo verhard en zo vastgeroest in hun manier van denken dat ze niet verder konden kijken dan hun eigen bekrompen uitleg van de wet van Mozes en de mondelinge wet. En dat terwijl Jezus’ wonderen zo veel goeds tot stand brachten! Jezus’ wonderen leidden voor veel mensen tot geluk, verlichting en een sterker geloof, maar de farizeeën veranderden niet van houding. Hoe dacht Jezus over  hen? Op een keer ‘keek hij ze stuk voor stuk verontwaardigd aan, diepbedroefd vanwege hun ongevoelige hart’ (Markus 3:5).

¹⁶ In deze tijd ziet Jezus veel meer wat hem ‘diepbedroefd’ maakt. De leiders van de christenheid houden vast aan hun overleveringen en leerstellingen, ook al zijn die in strijd met de Bijbel. En ze vinden het verschrikkelijk dat Jehovah’s Getuigen het goede nieuws van Gods Koninkrijk prediken. In veel delen van de wereld heeft de geestelijkheid aangezet tot kwaadaardige vervolging van christenen die oprecht proberen de boodschap te prediken die ook Jezus predikte (Johannes 16:2; Openbaring 18:4, 24). Tegelijkertijd moedigen die geestelijken hun eigen volgelingen vaak aan om de oorlog in te gaan en anderen te doden — iets wat Jezus afschuwelijk vindt!

17. Hoe maken Jezus’ ware volgelingen hem gelukkig?

¹⁷ In tegenstelling daarmee doen Jezus’ ware volgelingen moeite om liefde voor hun naaste te tonen. Ondanks tegenstand delen ze het goede nieuws met ‘alle soorten mensen’, net zoals Jezus deed (1 Timotheüs 2:4). En de liefde die ze voor elkaar tonen is opvallend: het is hun voornaamste kenmerk (Johannes 13:34, 35). Door hun geloofsgenoten met liefde, respect en waardigheid te behandelen, volgen ze Jezus echt na en maken ze hem heel gelukkig!

18. Wat maakt Jezus bedroefd, maar hoe kunnen we hem blij maken?

¹⁸ Nog iets wat Jezus bedroefd maakt is als zijn volgelingen niet volharden, doordat ze hun liefde voor Jehovah laten bekoelen en ermee ophouden hem te dienen (Openbaring 2:4, 5). Maar Jezus is blij met degenen die tot het einde volharden (Mattheüs 24:13). Wees dus vastbesloten om gehoorzaam te zijn aan Jezus’ gebod: ‘Blijf mij volgen’ (Johannes 21:19). We gaan nu enkele zegeningen bespreken die Jezus belooft aan degenen die tot het einde volharden.

19, 20. (a) Tot welke zegeningen leidt het volgen van Jezus nu al? (b) Hoe kan Jezus onze ‘Eeuwige Vader’ worden?

¹⁹ Als we Jezus volgen, hebben we nu al een gelukkig leven. Wanneer we Jezus als onze Meester aanvaarden, zijn leiding volgen en naar zijn voorbeeld leven, vinden we iets waar mensen over de hele wereld tevergeefs naar zoeken. We zullen gezegend worden met werk dat ons leven zinvol maakt, met een familie van geloofsgenoten die in een echte band van liefde verenigd zijn, en met een rein geweten en innerlijke vrede. Met andere woorden, we zullen een gelukkig leven hebben dat voldoening geeft. Maar dat is nog niet alles.

²⁰ Jehovah heeft Jezus uitgekozen om een ‘Eeuwige Vader’ te zijn voor gehoorzame mensen. Jezus vervangt Adam, de menselijke vader die al zijn nakomelingen in de steek heeft gelaten (Jesaja 9:6, 7). Door Jezus als onze ‘Eeuwige Vader’ te aanvaarden en geloof in hem te tonen, hebben we de hoop op eeuwig leven. Ook krijgen we daardoor een steeds hechtere band met Jehovah. Als we ons best doen om Jezus’ voorbeeld elke dag na te volgen, houden we ons aan het geïnspireerde gebod: ‘Volg God na, als geliefde kinderen’ (Efeziërs 5:1).

21. Hoe weerkaatsen Christus’ volgelingen licht in een duistere wereld?

²¹ Als we Jezus en zijn Vader, Jehovah, navolgen, hebben we een schitterend voorrecht. In deze duistere wereld, waar miljarden mensen misleid zijn door Satan en zijn eigenschappen navolgen, weerkaatsen wij als volgelingen van Christus een stralend licht. We verspreiden het licht van Bijbelse waarheden en van mooie christelijke eigenschappen — echte vreugde, vrede en liefde. Tegelijkertijd naderen we steeds dichter tot Jehovah, en dat is het hoogste doel dat iemand kan bereiken.

22, 23. (a) Welke toekomstige zegeningen zullen trouwe volgelingen van Jezus ervaren? (b) Wat moet je vaste besluit zijn?

 ²² Bedenk ook wat Jehovah in de toekomst voor je wil doen door middel van zijn Messiaanse Koning. Binnenkort zal die Koning een rechtvaardige oorlog voeren tegen Satans slechte wereld. Jezus’ overwinning staat vast! (Openbaring 19:11-15) Daarna zal zijn duizendjarige regering over de aarde beginnen. Jezus en zijn mederegeerders zullen de voordelen van de losprijs beschikbaar stellen aan alle gehoorzame mensen en hen tot volmaaktheid brengen. Stel je voor hoe het is om jong, gezond en sterk te zijn en met andere trouwe mensen samen te werken om  de aarde in een paradijs te veranderen! Aan het eind van de duizend jaar zal Jezus het bestuur aan zijn Vader teruggeven (1 Korinthiërs 15:24). Als je Jezus trouw blijft volgen, zal Jehovah je de grootst mogelijke beloning geven: ‘de glorieuze vrijheid van Gods kinderen’! (Romeinen 8:21) We zullen alle zegeningen ervaren die Adam en Eva verloren lieten gaan. We zullen zonen en dochters van Jehovah zijn en zullen voor altijd bevrijd zijn van Adams zonde. ‘De dood zal er niet meer zijn’! (Openbaring 21:4)

²³ Denk nog eens aan de rijke jonge regeerder over wie we het in hoofdstuk 1 hebben gehad. Hij ging niet in op Jezus’ uitnodiging: ‘Kom, wees mijn volgeling’ (Markus 10:17-22). Maak die fout nooit! Neem Jezus’ uitnodiging met vreugde en enthousiasme aan. Wees vastbesloten om te volharden en de Goede Herder dag in dag uit, jaar in jaar uit, te blijven volgen. Dan zul je met eigen ogen zien hoe al Jehovah’s beloften uitkomen!