Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 1

‘Wees mijn volgeling’ — Wat bedoelde Jezus?

‘Wees mijn volgeling’ — Wat bedoelde Jezus?

‘Wat moet ik doen om eeuwig leven te krijgen?’

1, 2. Wat is de mooiste uitnodiging die iemand kan krijgen, en wat zou je je kunnen afvragen?

 WAT is de mooiste uitnodiging die je ooit hebt gekregen? Misschien heb je ooit een uitnodiging gekregen voor een bruiloft van twee goede vrienden. Of misschien moet je denken aan de dag dat je werd gevraagd voor een belangrijke taak. Je voelde je ongetwijfeld heel gelukkig en zelfs vereerd toen je zo’n uitnodiging kreeg. Maar eigenlijk heb je een nog veel mooiere uitnodiging gekregen. Dat geldt voor elk van ons. Of je wel of niet op die uitnodiging ingaat, is bepalend voor de rest van je leven. Het is de belangrijkste beslissing die je kunt nemen.

2 Wat voor uitnodiging is dat? Het is een uitnodiging van Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van de almachtige God, Jehovah. Die is te vinden in de Bijbel, in Markus 10:21. Daar zegt Jezus: ‘Kom, wees mijn volgeling.’ Die uitnodiging van Jezus is gericht tot elk van ons. Het zou goed zijn je af te vragen: hoe reageer ik daarop? Het antwoord lijkt voor de hand te liggen. Wie zou nee zeggen tegen zo’n geweldige uitnodiging? Toch doen de meeste mensen dat. Waarom?

3, 4. (a) Waarom zullen de meeste mensen de jonge man die naar Jezus toe kwam, hebben bewonderd? (b) Welke goede eigenschappen heeft Jezus waarschijnlijk bij de rijke jonge bestuurder gezien?

3 Denk bijvoorbeeld eens aan een man die zo’n 2000 jaar geleden persoonlijk die uitnodiging kreeg. Hij was een heel gerespecteerd man. Hij had minstens drie dingen die mensen bewonderen: jeugd, rijkdom en macht. De Bijbel beschrijft hem als een ‘jonge man’, als ‘heel rijk’ en als ‘een van de bestuurders’ (Mattheüs 19:20; Lukas 18:18, 23). Maar wat belangrijker was: deze jonge man had over de Grote Onderwijzer, Jezus, gehoord en daar was hij enthousiast over.

4 De meeste bestuurders in die tijd gaven Jezus niet het respect dat hij verdiende (Johannes 7:48; 12:42). Maar deze bestuurder was anders. De Bijbel zegt: ‘Toen [Jezus] verderging, kwam er een man naar hem toe rennen die voor hem op zijn knieën viel en vroeg: “Goede Meester, wat moet ik doen om eeuwig leven te krijgen?”’ (Markus 10:17) Merk op hoe graag die man met Jezus wilde praten: hij rende in het openbaar op hem af, zoals een arme, onbelangrijke man misschien zou hebben gedaan. Ook knielde hij vol respect voor Jezus neer. Hij had dus een mate van nederigheid en was zich bewust van zijn geestelijke behoeften. Jezus waardeerde die goede eigenschappen (Mattheüs 5:3; 18:4). Het is dan ook niet vreemd dat ‘Jezus hem aankeek en liefde voor hem voelde’ (Markus 10:21). Wat was Jezus’ antwoord op de vraag van de jonge man?

Een unieke uitnodiging

5. Welk antwoord gaf Jezus de rijke jonge man, en wat bedoelde Jezus niet met zijn antwoord? (Zie ook de voetnoot.)

5 Jezus maakte duidelijk dat zijn Vader al antwoord had gegeven op de belangrijke vraag hoe je eeuwig leven kunt krijgen. Hij deed een aanhaling uit de Schrift, waarop de jonge man zei dat hij zich trouw aan de wet van Mozes hield. Maar Jezus had uitzonderlijk inzicht en zag meer dan alleen de buitenkant (Johannes 2:25). Hij zag dat deze bestuurder in geestelijk opzicht een probleem had — een ernstig probleem. Daarom zei hij: ‘Er is nog één ding dat je moet doen.’ Wat was dat? ‘Verkoop wat je hebt en geef het aan de armen’ (Markus 10:21). Bedoelde Jezus dat iemand straatarm moet zijn om God te kunnen dienen? Nee. a Jezus maakte iets heel belangrijks duidelijk.

6. Welke uitnodiging deed Jezus, en wat bracht de reactie van de rijke jonge bestuurder aan het licht?

6 Om duidelijk te maken wat de jonge man nog moest doen, gaf Jezus hem een prachtige kans: ‘Kom, wees mijn volgeling.’ Stel je dat eens voor: de Zoon van de allerhoogste God nodigde die man persoonlijk uit om hem te volgen! Jezus vertelde hem ook welke fantastische beloning hij zou krijgen. Hij zei: ‘Je zult een schat in de hemel hebben.’ Ging de rijke jonge bestuurder op die geweldige uitnodiging in? Het verslag zegt: ‘Toen hij dat hoorde, werd hij verdrietig en ging hij bedroefd weg, want hij had veel bezittingen’ (Markus 10:21, 22). Jezus’ onverwachte antwoord bracht een probleem in het hart van deze man aan het licht. Hij was te gehecht aan zijn bezittingen en ongetwijfeld ook aan de macht en invloed die erbij hoorden. Helaas had hij veel meer liefde voor dat soort dingen dan voor Jezus. Het ‘ene ding’ dat hij nog moest doen was dus het tonen van oprechte, zelfopofferende liefde voor Jezus en Jehovah. Omdat de jonge man die liefde miste, zei hij nee tegen de unieke uitnodiging! Maar wat heeft die uitnodiging met jou te maken?

7. Waarom kun je er zeker van zijn dat Jezus’ uitnodiging ook tot jou gericht is?

7 Jezus’ uitnodiging was niet beperkt tot die man en ook niet tot maar een aantal mensen. Jezus zei: ‘Als iemand mijn volgeling wil worden, moet hij (...) mij altijd volgen’ (Lukas 9:23). Iedereen die dat echt wil, kan dus Christus’ volgeling worden. God trekt zulke oprechte mensen tot zijn Zoon (Johannes 6:44). Niet alleen de rijken, de armen, mensen van een bepaald ras of volk of degenen die in die tijd leefden, maar alle mensen krijgen de kans om Jezus’ uitnodiging te aanvaarden. Jezus’ woorden ‘Kom, wees mijn volgeling’ zijn dus ook echt voor jou bedoeld. Waarom moet je Jezus willen volgen? En wat houdt dat precies in?

Waarom een volgeling van Christus zijn?

8. Welke behoefte hebben alle mensen, en waarom?

8 Alle mensen hebben dringend behoefte aan goed leiderschap. Niet iedereen zal dat toegeven, maar die behoefte is er wel. Jehovah liet de profeet Jeremia iets opschrijven dat nog steeds waar is: ‘Ik weet heel goed, Jehovah, dat het niet aan de mens is zijn weg te bepalen. Het is niet aan iemand die wandelt om zijn voetstappen zelfs maar te richten’ (Jeremia 10:23). Mensen hebben niet het vermogen of het recht om zichzelf te regeren. De menselijke geschiedenis wordt duidelijk gekenmerkt door slecht leiderschap (Prediker 8:9). In Jezus’ tijd werd het volk door de leiders onderdrukt, uitgebuit en misleid. Jezus zag dat het gewone volk ‘als schapen zonder herder’ was (Markus 6:34). Hetzelfde geldt voor de mensen in deze tijd. Als groep en als individu hebben we een leider nodig die we kunnen vertrouwen en respecteren. Is Jezus zo’n leider? Kijk eens naar een paar redenen waarom het antwoord op die vraag ja is.

9. Wat maakt Jezus anders dan alle andere leiders?

9 Ten eerste: Jezus is door Jehovah gekozen. De meeste menselijke leiders worden gekozen door andere onvolmaakte mensen, die vaak misleid zijn en zich makkelijk in iemand vergissen. Jezus is een ander soort leider. Dat blijkt alleen al uit zijn titel. Het woord Christus betekent ‘gezalfde’, net als het woord Messias. Jezus werd gezalfd (speciaal aangesteld in zijn heilige ambt) door niemand minder dan de Soevereine Heer van het universum. Jehovah zei over zijn Zoon: ‘Kijk! Mijn geliefde dienaar, die ik gekozen heb en die ik heb goedgekeurd! Ik zal hem mijn geest geven’ (Mattheüs 12:18). Onze Schepper weet het beste wat voor leider we nodig hebben. Jehovah’s wijsheid is onbegrensd, dus we hebben alle reden om zijn keuze te vertrouwen (Spreuken 3:5, 6).

10. Waarom is Jezus’ voorbeeld het beste dat je kunt navolgen?

10 Ten tweede: Jezus heeft ons een volmaakt en inspirerend voorbeeld gegeven. Een goede leider heeft eigenschappen die zijn onderdanen kunnen bewonderen en navolgen. Hij geeft leiding door zijn voorbeeld en inspireert anderen ertoe betere mensen te worden. Welke eigenschappen zou je vooral bewonderen in een leider? Moed? Wijsheid? Medegevoel? Of misschien volharding ondanks moeilijkheden? Als je het verslag van Jezus’ leven op aarde bestudeert, zul je merken dat hij die eigenschappen zeker had. Sterker nog, Jezus volgde alle mooie eigenschappen van zijn hemelse Vader volmaakt na. Hij was in elk opzicht een volmaakt mens. In alles wat hij zei en deed en in elke emotie die hij toonde, is iets te vinden dat we kunnen navolgen. De Bijbel zegt dat hij ons ‘een voorbeeld heeft nagelaten zodat we nauwkeurig in zijn voetstappen zouden treden’ (1 Petrus 2:21).

11. Hoe liet Jezus zien dat hij ‘de goede herder’ is?

11 Ten derde: Jezus was echt ‘de goede herder’ (Johannes 10:14). Voor mensen in Bijbelse tijden was die beeldspraak heel vertrouwd. Herders werkten hard om voor hun schapen te zorgen. Een ‘goede herder’ zou altijd prioriteit geven aan de veiligheid en het welzijn van de kudde. Jezus’ voorvader David bijvoorbeeld was herder toen hij jong was, en meerdere keren riskeerde hij zijn leven om zijn schapen tegen een gevaarlijk wild dier te beschermen (1 Samuël 17:34-36). Jezus ging voor zijn menselijke volgelingen nog verder. Hij stierf voor hen (Johannes 10:15). Hoeveel leiders zijn zo zelfopofferend?

12, 13. (a) Hoe goed kent een herder zijn schapen, en hoe goed kennen ze hem? (b) Waarom zou je de Goede Herder als leider willen hebben?

12 Jezus was in nog een opzicht ‘de goede herder’. Hij zei: ‘Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij’ (Johannes 10:14). Sta eens stil bij die beeldspraak. Voor de meeste mensen lijkt een kudde schapen misschien gewoon een groep wollige dieren. Maar de herder kent elk schaap afzonderlijk. Hij weet welke ooien binnenkort moeten lammeren en dus zijn hulp nodig zullen hebben, welke lammetjes nog zo klein en zwak zijn dat ze bij grote afstanden gedragen moeten worden, en welke schapen onlangs ziek of gewond zijn geweest. De schapen kennen ook hun herder. Ze herkennen zijn stem en zullen die nooit met de stem van een andere herder verwarren. Als ze horen dat zijn stem bezorgd of dringend klinkt, reageren ze meteen. Ze volgen hem overal waar hij gaat. En hij weet precies waar hij ze naartoe moet leiden. Hij weet waar het gras mals en groen is, waar fris en helder stromend water is en waar ze veilig kunnen grazen. Hij waakt over ze, en de schapen voelen zich geborgen (Psalm 23).

13 Zou je niet graag zo’n leider willen? De Goede Herder heeft de reputatie dat hij zijn volgelingen altijd zo behandelt. Hij belooft je te helpen om nu al een gelukkig en zinvol leven te hebben en je in de toekomst naar eeuwig leven te leiden! (Johannes 10:10, 11; Openbaring 7:16, 17) Daarom is het belangrijk te weten wat het volgen van Christus precies inhoudt.

Wat het betekent een volgeling van Christus te zijn

14, 15. Waarom is er meer nodig dan jezelf christen te noemen of Jezus in je hart te hebben?

14 Honderden miljoenen mensen vinden waarschijnlijk dat ze Christus’ uitnodiging hebben aanvaard. Ze noemen zichzelf christen. Misschien zijn ze lid van de kerk waarin hun ouders hen hebben laten dopen. Of ze zeggen dat ze Jezus in hun hart hebben en hem als hun persoonlijke Verlosser aanvaarden. Maar betekent dat dat ze echt volgelingen van Christus zijn? Had Jezus dat in gedachten toen hij ons uitnodigde zijn volgelingen te worden? Er komt veel meer bij kijken.

15 Denk eens aan de landen waar de meeste inwoners zeggen volgelingen van Christus te zijn. Wordt daar de leer van Jezus Christus gevolgd? Of zien we in die landen evenveel haat, onderdrukking, misdaad en onrecht als in de rest van de wereld?

16, 17. Wat ontbreekt er vaak bij zogenoemde christenen, en waaraan zijn echte volgelingen van Christus te herkennen?

16 Jezus zei dat zijn ware volgelingen niet alleen te herkennen zouden zijn aan hun woorden of aan hoe ze zichzelf noemen, maar vooral aan hun daden. Hij zei bijvoorbeeld: ‘Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen me zegt, zal het Koninkrijk van de hemel binnengaan, maar alleen degene die de wil doet van mijn Vader in de hemel’ (Mattheüs 7:21). Waarom doen zo veel mensen die zeggen dat Jezus hun Heer is, niet de wil van zijn Vader? Denk nog eens terug aan de rijke jonge bestuurder. Vaak is er ‘één ding’ dat zogenoemde christenen missen: oprechte liefde voor Jezus en voor degene die hem heeft gestuurd.

17 Hoe komt dat? Zeggen miljoenen mensen die zich christen noemen niet dat ze van Christus houden? Zeker. Maar liefde voor Jezus en voor Jehovah houdt veel meer in dan woorden. Jezus zei: ‘Als iemand van mij houdt, zal hij mijn woord naleven’ (Johannes 14:23). Ook zei hij: ‘Mijn schapen luisteren naar mijn stem. Ik ken ze en ze volgen mij’ (Johannes 10:27). Of je echt van Jezus houdt, blijkt dus niet alleen uit wat je zegt of voelt, maar vooral uit wat je doet.

18, 19. (a) Welke invloed moet kennis van Jezus op je hebben? (b) Wat is het doel van dit boek, en wat zul je eraan hebben als je al heel lang een volgeling van Christus bent?

18 Wat we doen laat zien wie we diep vanbinnen zijn. We moeten dus bereid zijn om onszelf te veranderen. Jezus zei: ‘Dit betekent eeuwig leven, dat ze u leren kennen, de enige ware God, en ook degene die u hebt gestuurd, Jezus Christus’ (Johannes 17:3). Als we in de Bijbel over Jezus lezen en daarover mediteren, zal dat invloed hebben op ons hart. We zullen steeds meer van hem gaan houden en een steeds groter verlangen ontwikkelen om hem elke dag na te volgen.

19 Dit boek is niet bedoeld om een complete samenvatting van Jezus’ leven en bediening te geven, maar om je te helpen duidelijker te zien hoe je hem kunt navolgen. b Het zal je helpen in de spiegel van de Bijbel te kijken en je af te vragen: volg ik Jezus echt na? (Jakobus 1:23-25) Misschien volg je de Goede Herder al jarenlang. Maar natuurlijk is er altijd ruimte voor verbetering. De Bijbel geeft de aansporing: ‘Blijf onderzoeken of je in het geloof bent, blijf jezelf toetsen’ (2 Korinthiërs 13:5). Het is absoluut de moeite waard om bij jezelf na te gaan of je je echt laat leiden door onze liefdevolle Goede Herder, Jezus, die door Jehovah zelf is aangesteld.

20. Wat gaan we in het volgende hoofdstuk bespreken?

20 Een studie van dit boek zal je helpen je liefde voor Jezus en voor Jehovah te versterken. Als je je in je leven door die liefde laat leiden, zul je zelfs nu al vrede en voldoening hebben. En je zult Jehovah eeuwig kunnen loven omdat hij ons de Goede Herder heeft gegeven. Maar om Jezus beter te leren kennen, moeten we eerst begrijpen wie hij echt is. Daarom gaan we in hoofdstuk 2 bespreken wat Jezus’ rol is in Jehovah’s voornemen.

a Jezus vroeg niet elke volgeling van hem om al zijn bezittingen op te geven. En hoewel hij zei dat het voor rijke mensen moeilijk zou zijn om Gods Koninkrijk binnen te gaan, voegde hij eraan toe: ‘Bij God is alles mogelijk’ (Markus 10:23, 27). Er waren inderdaad een aantal rijke mensen die volgelingen van Christus werden. Ze kregen specifieke raad over de juiste kijk op geld, maar er werd hun niet gevraagd om al hun rijkdom aan de armen te geven (1 Timotheüs 6:17).

b Zie voor een complete, chronologische samenvatting van Jezus’ leven en bediening het boek Jezus: De weg, de waarheid, het leven (uitgegeven door Jehovah’s Getuigen).