Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Kinderen

Kinderen

1 Anneliese Krause (geboren in januari 1938) verloor niet alleen haar vader (op 22 december 1939 onthoofd in Plötzensee, Berlijn) maar werd ook gescheiden van haar moeder. In januari 1940 werd ze, zonder waarschuwing vooraf, van huis weggehaald en naar een nazischool gestuurd.

2 De moeder van Berthold Mewes (geboren in 1930) werd naar kamp Ravensbrück gedeporteerd. Zijn vader werd gedwongen om zijn zoon aan de agenten mee te geven. Berthold zag zijn ouders pas weer in 1945, toen hij 15 was. Hij herinnert zich: ‘De nazi’s droegen me over aan een een kinderloos echtpaar op een kleine boerderij. ’s Morgens ging ik naar school en ’s middags werkte ik op de boerderij. Tot 1943 mocht ik maar één keer per zes maanden naar mijn ouders schrijven. Daarna mocht ik ze helemaal niet meer schrijven.’

3 In 1939 werden Elisabeth, Paul-Gerhard en Hans-Werner, de drie jongste kinderen van familie Kusserow, door agenten van school en uit huis meegenomen en naar tuchtscholen gebracht. In het schoolrapport staat: ‘Gedrag: Heel goed. (...) Paul-Gerhard weigert nog steeds de Duitse groet te brengen en heeft niet meegedaan aan het hijsen van de vlag.’

4 Na de annexatie van Elzas-Lotharingen door Duitsland weigerde Louis Arzt (geboren in 1930) uit Mulhouse de Hitlergroet te brengen. Op 7 juli 1943 werd hij bij zijn ouders weggehaald en opgesloten in een nazi-tuchtschool in Weingarten. (Rechtsonder op de groepsfoto is Louis Arzt.)

5 De nationaalsocialisten brachten Eugène Jung (in 1933 geboren in Gomelange, Frankrijk), zijn ouders en zijn vijf zussen naar Opper-Silezië. Ze hadden geweigerd de Hitlergroet te brengen en hakenkruisvlaggen voor hun ramen te hangen.

6 Deze foto van Simone Arnold is genomen vlak voordat haar moeder haar op 11-jarige leeftijd naar een tuchtschool in de buurt van Konstanz moest brengen. (Haar vader was al naar een concentratiekamp gedeporteerd.) Simones schoenen werden meteen afgepakt; van Pasen tot de herfst liepen de kinderen op blote voeten. De oudere kinderen moesten zwaar werk doen in het huis en in de tuin. Simone herinnert zich: ‘We speelden nooit. We hadden geen persoonlijke bezittingen en praten was verboden. Als een leerling ergens op betrapt werd, dan werd hij met een stok keihard op zijn vingers geslagen.’