Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Overlevenden

Overlevenden

1 Bij de Russische première van de documentaire Jehovah’s Getuigen — Standvastig onder nazi-terreur op 15 mei 1997 in Moskou zagen Anastasia Kazak (links) uit Oekraïne en Hermine Schmidt (rechts) elkaar na 52 jaar weer. Anastasia was een Getuige van Jehovah geworden in kamp Stutthof. De twee overleefden de gevaarlijke reis over de Oostzee naar Denemarken. (De linker foto is Hermine.)

2 Toen kamp Ravensbrück werd geëvacueerd, werden Alois Moser uit Braunau (Oostenrijk) en 25 andere Getuigen door de SS op transport gezet. ’s Nachts verdwenen de bewakers. In Schwerin ontmoette Moser andere Getuigen die de dodenmars overleefd hadden. Hij maakte de lange reis van Noord-Duitsland terug naar Oostenrijk.

3 Gertrud Ott uit Danzig heeft gevangengezeten in de kampen Auschwitz (van december 1942 tot januari 1945), Mauthausen, Groß-Rosen en Bergen-Belsen (van januari tot mei 1945). Na haar bevrijding bezocht ze de Wachttoren-Bijbelschool Gilead in New York en heeft ze als zendeling gediend in Indonesië, Iran en Luxemburg.

4 Een groep Getuigen van Jehovah op 7 mei 1945, blij dat ze bevrijd zijn uit kamp Mauthausen. Onder hen is Martin Pötzinger (eerste van links, staand).

5 Erich Frost uit Leipzig was in 1936/1937 verantwoordelijk voor het ondergrondse werk, totdat de Gestapo hem arresteerde en vreselijk martelde. Hij heeft van 1937-1945 gevangengezeten. In kamp Sachsenhausen componeerde hij een lied dat zijn broeders en zusters binnen en buiten het kamp heeft gesterkt.

6 In 1935 werd Arthur Winkler uit Bonn vreselijk mishandeld in kamp Esterwegen. Later coördineerde hij het ondergrondse werk in Duitsland vanuit Nederland. In mei 1940 werd Nederland door Duitsland bezet, maar het lukte de Gestapo pas in oktober 1941 om Winkler te arresteren. Hij overleefde de dodenmars vanuit Sachsenhausen dankzij de hulp van andere Getuigen, die hem op een kar van de SS vervoerden.

7 Joseph Rehwald uit Königsberg werd vanwege zijn weigering van militaire dienst eerst naar de gevangenis in Stuhm (Oost-Pruisen) gestuurd en vervolgens naar kamp Sachsenhausen. Hij kwam uit een gezin van acht personen. Zijn moeder, vier broers en een zus werden vanwege hun geloof gevangengezet. Twee broers werden geëxecuteerd.

8 Gerrit Benink uit Nederland met zijn blik waar hij soep en ander voedsel uit at. Na zijn arrestatie in maart 1941 heeft hij in de kampen Sachsenhausen, Buchenwald en Neuengamme gezeten. Hij werd bevrijd op 5 mei 1945.

9 Hildegard en Ernst Seliger hebben, omdat ze actief waren als Jehovah’s Getuigen, samen in totaal meer dan 40 jaar vastgezeten onder het naziregime en in het communistische Oost-Duitsland.

10 Victor Bruch uit Luxemburg werd in augustus 1940 gearresteerd en heeft in verschillende concentratiekampen gezeten, waaronder Buchenwald, Lublin, Auschwitz en Ravensbrück. Op 3 mei 1945 werd hij na een mars van vele dagen samen met 49 andere Getuigen bevrijd.

11 Max Henning werd in maart 1943 in Nederland gearresteerd. Hij heeft vastgezeten in Rotterdam, Scheveningen, Vught en Buchenwald. Hij werd op 11 april 1945 bevrijd.

12 Gertrud Pötzinger, die ondergronds voor Jehovah’s Getuigen werkte in München en Silezië, werd in de gevangenis gezet en later in kamp Ravensbrück. In 1943 kreeg ze de taak om in Oranienburg op de kinderen van een SS-gezin te passen. Haar man, Martin, heeft jarenlang vastgezeten in kamp Dachau en kamp Mauthausen. In 1945 werden ze herenigd.

13 Evert en Ansje Dost uit Nederland werden in maart 1942 door de Gestapo gearresteerd. Evert heeft in kamp Amersfoort en kamp Neuengamme gezeten, Ansje in kamp Ravensbrück. Ze werden allebei in mei 1945 bevrijd.