Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

ONDERWIJSKADER 8B

Drie Messiaanse profetieën

Drie Messiaanse profetieën

1. ‘Hij die er het wettelijke recht op heeft’ (Ezechiël 21:25-27)

TIJD VAN DE HEIDENEN (607 v.Chr.–1914)

  1. 607 v.Chr. — Zedekia afgezet

  2. 1914 — Jezus, die ‘het wettelijke recht’ op het Messiaanse Koninkrijk heeft, wordt gekroond tot Koning; wordt Herder en Regeerder

Terug naar hoofdstuk 8, alinea 12-15

2. ‘Mijn dienaar (...) zal ze verzorgen en hun herder zijn’ (Ezechiël 34:22-24)

LAATSTE DAGEN (1914–NA ARMAGEDDON)

  1. 1914 — Jezus, die ‘het wettelijke recht’ op het Messiaanse Koninkrijk heeft, wordt gekroond tot Koning; wordt Herder en Regeerder

  2. 1919 — Getrouwe en beleidvolle slaaf aangesteld om Gods schapen te hoeden

    Trouwe gezalfden samengebracht onder de Messiaanse Koning; later verenigd met een grote menigte

  3. NA ARMAGEDDON — Zegeningen van bestuur Koning zullen eeuwig duren

Terug naar hoofdstuk 8, alinea 18-22

3. ‘Eén koning zal over hen allen regeren’ voor altijd (Ezechiël 37:22, 24-28)

LAATSTE DAGEN (1914–NA ARMAGEDDON)

  1. 1914 — Jezus, die ‘het wettelijke recht’ op het Messiaanse Koninkrijk heeft, wordt gekroond tot Koning; wordt Herder en Regeerder

  2. 1919 — Getrouwe en beleidvolle slaaf aangesteld om Gods schapen te hoeden

    Trouwe gezalfden samengebracht onder de Messiaanse Koning; later verenigd met een grote menigte

  3. NA ARMAGEDDON — Zegeningen van bestuur Koning zullen eeuwig duren