Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 18

‘Mijn grote woede zal oplaaien’

‘Mijn grote woede zal oplaaien’

EZECHIËL 38:18

FOCUS: Gogs aanval wekt Jehovah’s woede op. Jehovah verdedigt zijn volk tijdens de oorlog van Armageddon

1-3. (a) Waar zal Jehovah’s ‘grote woede’ toe leiden? (Zie beginplaatje.) (b) Wat gaan we nu bespreken?

MANNEN, vrouwen en kinderen zingen samen een Koninkrijkslied. Daarna bidt een ouderling recht vanuit zijn hart en smeekt hij Jehovah om bescherming. De broeders en zusters hebben het vertrouwen dat Jehovah voor hen zal zorgen, maar ze hebben toch troost en geruststelling nodig. Buiten klinken oorverdovende oorlogsgeluiden. Armageddon is begonnen! — Openb. 16:14, 16.

2 Tijdens de oorlog van Armageddon zal Jehovah mensen niet op een kille, ongevoelige manier terechtstellen, maar met ‘grote woede’. (Lees Ezechiël 38:18.) Hij zal de enorme kracht van zijn woede niet op één leger of land richten maar op talloze individuen overal op aarde. ‘Degenen die door Jehovah zijn geveld, zullen op die dag van het ene einde van de aarde helemaal tot het andere einde van de aarde liggen’ (Jer. 25:29, 33).

3 Hoe komt het dat Jehovah, de God van liefde, van wie gezegd wordt dat hij ‘barmhartig en meelevend’ is en ‘niet snel kwaad wordt’, in actie komt met ‘grote woede’? (Ex. 34:6; 1 Joh. 4:16) We gaan zien hoe het antwoord op die vraag ons kan troosten, ons moed kan geven en ons kan motiveren in de prediking.

Wat wekt Jehovah’s ‘grote woede’ op?

4, 5. Hoe verschilt Jehovah’s woede van die van onvolmaakte mensen?

4 In de eerste plaats moeten we beseffen dat Jehovah’s woede niet te vergelijken is met die van onvolmaakte mensen. Als een mens laaiend is en tot actie overgaat, verliest hij vaak de controle en zijn de gevolgen zelden positief. Zo werd Kaïn, de oudste zoon van Adam, woedend omdat Jehovah zijn offer afwees maar het offer van Abel goedkeurde. Hoe liep het af? Kaïn vermoordde zijn rechtvaardige broer (Gen. 4:3-8; Hebr. 11:4). Denk ook aan David, van wie gezegd wordt dat hij een man naar Jehovah’s hart was (Hand. 13:22). Zelfs deze goede man beging bijna een ernstige misdaad toen hij hoorde dat de rijke landeigenaar Nabal beledigingen naar hem en zijn mannen had geschreeuwd. Laaiend van woede pakten David en zijn mannen hun zwaard om niet alleen de ondankbare Nabal maar ook alle mannen van zijn huishouden te doden. Gelukkig lukte het Nabals vrouw Abigaïl om David en zijn mannen ervan te overtuigen dat ze geen wraak moesten nemen (1 Sam. 25:9-14, 32, 33). Jehovah inspireerde Jakobus er niet zonder reden toe te schrijven: ‘De woede van een mens leidt niet tot Gods rechtvaardigheid’ (Jak. 1:20).

Jehovah’s woede is altijd terecht en beheerst

5 In tegenstelling tot de woede van mensen, die vaak misplaatst is, zijn Jehovah’s emoties altijd terecht en beheerst. Zelfs als Jehovah grote woede voelt, handelt hij rechtvaardig. Als hij tegen een vijand strijdt, vernietigt hij nooit ‘de goede mensen samen met de slechte mensen’ (Gen. 18:22-25). Bovendien wordt Jehovah alleen kwaad als daar een goede reden voor is. Hier volgen twee redenen en de lessen die we daarvan kunnen leren.

6. Hoe reageert Jehovah als zijn naam door het slijk gehaald wordt?

6 Reden: Jehovah’s naam wordt door het slijk gehaald. Degenen die beweren Jehovah te vertegenwoordigen maar zich aan slecht gedrag schuldig maken, beschadigen zijn reputatie en wekken terecht zijn woede op (Ezech. 36:23). Zoals in de vorige hoofdstukken van dit boek besproken is, bracht het volk Israël grote schande over Jehovah’s naam. Het is begrijpelijk dat hun instelling en gedrag Jehovah woedend maakten. Maar hij verloor nooit zijn zelfbeheersing. Hij strafte zijn volk alleen in de juiste mate en niet verder (Jer. 30:11). Als Jehovah’s woede eenmaal het doel bereikt had, kwam er een eind aan en bleef hij geen wrok koesteren (Ps. 103:9).

7, 8. Welke lessen leren we van de straf die Jehovah aan Israël gaf?

7 Lessen: Dat Jehovah de Israëlieten strafte, is een ernstige waarschuwing voor ons. Net als de Israëlieten in de oudheid hebben we het voorrecht Jehovah’s naam te dragen. We zijn Getuigen van Jehovah (Jes. 43:10). Wat we doen en zeggen heeft effect op hoe mensen denken over de God die we vertegenwoordigen. We zouden nooit schaamteloos willen zondigen en schande over Jehovah’s naam willen brengen. Zulk hypocriet gedrag zal Jehovah’s woede opwekken, en vroeg of laat zal hij in actie komen om zijn reputatie te beschermen (Hebr. 3:13, 15; 2 Petr. 2:1, 2).

8 Moet de waarschuwing dat Jehovah woedend kan worden ons ervan weerhouden een goede band met hem op te bouwen? Nee. We weten dat Jehovah geduldig is en graag vergeeft (Jes. 55:7; Rom. 2:4). Maar we beseffen ook dat hij niet zwak of sentimenteel is. We hebben een gezond respect voor hem, omdat we weten dat zijn woede zal oplaaien tegen personen die verharden in zonde en hij niet zal toelaten dat ze deel van zijn volk blijven uitmaken (1 Kor. 5:11-13). Jehovah heeft duidelijk gezegd wat hem boos maakt. Het is aan ons om de instelling en het gedrag te vermijden die zijn woede uitlokken (Joh. 3:36; Rom. 1:26-32; Jak. 4:8).

9, 10. Hoe reageert Jehovah als zijn trouwe volk bedreigd wordt? Geef voorbeelden.

9 Reden: Jehovah’s trouwe volk wordt bedreigd. Jehovah’s woede wordt opgewekt als vijanden trouwe personen aanvallen die bescherming bij hem zoeken. Denk bijvoorbeeld aan de Israëlieten die Egypte hadden verlaten. De farao en zijn machtige leger vielen het schijnbaar hulpeloze volk aan dat zich op de oever van de Rode Zee verzameld had. Maar toen dat machtige leger de Israëlieten over de droge zeebedding achternaging, liet Jehovah de wielen van hun strijdwagens af lopen en schudde hij de Egyptenaren in de zee af. ‘Niemand van hen bleef gespaard’ (Ex. 14:25-28). Jehovah’s woede laaide op tegen de Egyptenaren vanwege zijn ‘loyale liefde’ voor zijn volk. (Lees Exodus 15:9-13.)

Net zoals een engel Gods volk in Hizkia’s tijd tegen de Assyriërs beschermde, zullen engelen ons beschermen (Zie alinea 10, 23)

10 Zo zette Jehovah’s liefde voor zijn volk hem er ook toe aan in actie te komen in de tijd van koning Hizkia. Het Assyrische leger, het machtigste en wreedste van die tijd, was opgerukt naar de stad Jeruzalem. Jehovah’s trouwe aanbidders werden bedreigd met een belegering die tot een langzame, afschuwelijke dood zou leiden (2 Kon. 18:27). Als reactie daarop stuurde Jehovah één engel. Die doodde 185.000 vijandelijke soldaten in één nacht! (2 Kon. 19:34, 35) Stel je eens voor hoe het Assyrische kamp er de volgende dag heeft uitgezien. Overal liggen speren, schilden en zwaarden. Er klinkt geen trompetgeschal om de mannen te wekken. Er worden geen bevelen geschreeuwd. In plaats daarvan hangt er een griezelige stilte in het met lijken bezaaide kamp.

11. Wat leren we van Jehovah’s reactie als zijn volk bedreigd wordt?

11 Lessen: Die voorbeelden laten zien hoe Jehovah reageert als zijn volk wordt bedreigd, en dat is een duidelijke waarschuwing voor onze vijanden. ‘Het is iets vreselijks in de handen van de levende God te vallen’ als zijn woede wordt opgewekt (Hebr. 10:31). Diezelfde voorbeelden zijn voor ons een bron van troost en moed. Het geeft ons troost te weten dat de plannen van onze voornaamste vijand, Satan, niet zullen slagen. Binnenkort komt er een eind aan zijn korte periode van overheersing! (Openb. 12:12) Tot die tijd kunnen we Jehovah moedig dienen, in het vertrouwen dat geen individu, organisatie of regering ons ervan kan weerhouden Gods wil te doen. (Lees Psalm 118:6-9.) Paulus uitte dat vertrouwen met de geïnspireerde woorden: ‘Als God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn?’ — Rom. 8:31.

12. Waardoor zal Jehovah’s woede oplaaien tijdens de grote verdrukking?

12 Tijdens de komende grote verdrukking zal Jehovah in actie komen om ons te beschermen, net zoals hij deed bij de Israëlieten die door de Egyptenaren in het nauw waren gedreven en bij de Joden in Jeruzalem die belegerd werden door de Assyriërs. Als onze vijanden ons proberen te vernietigen, leidt Jehovah’s diepe liefde ertoe dat zijn woede oplaait. Mensen die dom genoeg zijn om ons aan te vallen, zullen als het ware de pupil van Jehovah’s oog aanraken. Zijn reactie zal snel en resoluut zijn (Zach. 2:8, 9). Er zal een ongekende slachting volgen. Maar Jehovah’s vijanden zullen geen goede reden hebben om verbaasd te zijn als Jehovah zijn woede op hen koelt. Waarom niet?

Hoe heeft Jehovah gewaarschuwd?

13. Welke waarschuwingen heeft Jehovah gegeven?

13 Jehovah wordt ‘niet snel kwaad’ en heeft veel waarschuwingen gegeven dat hij degenen zal vernietigen die tegen hem in opstand komen en zijn volk bedreigen (Ex. 34:6, 7). Jehovah gebruikte profeten zoals Jeremia, Ezechiël, Daniël, Christus Jezus en de apostelen Petrus, Paulus en Johannes om te waarschuwen voor een grote, beslissende strijd. (Zie het kader ‘Jehovah waarschuwt voor de komende grote oorlog’.)

14, 15. Wat heeft Jehovah gedaan, en waarom?

14 Jehovah heeft die waarschuwingen laten opschrijven in zijn Woord. Hij heeft er ook voor gezorgd dat de Bijbel het meest vertaalde en verspreide boek in de geschiedenis werd. Hij heeft een wereldwijd leger van vrijwilligers op de been gebracht die anderen helpen een band met God te krijgen en die waarschuwen voor de komende ‘grote dag van Jehovah’ (Zef. 1:14; Ps. 2:10-12; 110:3). Hij heeft zijn volk ertoe gemotiveerd hulpmiddelen voor Bijbelstudie in honderden talen te vertalen en elk jaar honderden miljoenen uren te besteden aan het bekendmaken van de beloften en de waarschuwingen die in zijn Woord staan.

15 Jehovah heeft al dit werk laten doen omdat ‘hij niet wil dat er iemand vernietigd wordt maar dat iedereen berouw krijgt’ (2 Petr. 3:9). Het is echt een voorrecht om onze liefdevolle, geduldige God te vertegenwoordigen en een klein aandeel te hebben aan het verspreiden van zijn boodschap! Maar binnenkort is de tijd om op de waarschuwingen te reageren voorbij.

Wanneer zal Jehovah’s woede ‘oplaaien’?

16, 17. Heeft Jehovah een dag vastgesteld voor de laatste oorlog? Leg uit.

16 Jehovah heeft een dag vastgesteld voor de laatste oorlog. Hij weet van tevoren wanneer de aanval op zijn volk zal plaatsvinden (Matth. 24:36). Hoe weet Jehovah het moment waarop zijn vijanden zullen aanvallen?

17 Zoals we in het vorige hoofdstuk van dit boek hebben gezien, zegt Jehovah tegen Gog: ‘Ik zal (...) haken in je kaken slaan.’ Hij zal de landen naar een beslissende strijd voeren (Ezech. 38:4). Dat betekent niet dat Jehovah in deze oorlog de aanvaller is. Het betekent ook niet dat hij de vrije wil van zijn tegenstanders wegneemt. Het geeft aan dat Jehovah harten kan lezen en dat hij weet hoe zijn vijanden op een bepaalde combinatie van omstandigheden zullen reageren (Ps. 94:11; Jes. 46:9, 10; Jer. 17:10).

18. Waarom zullen mensen de strijd met de Almachtige aangaan?

18 Jehovah begint de oorlog niet en hij dwingt zijn tegenstanders niet om de strijd met hem aan te gaan. Waarom zullen mensen zichzelf dan in een positie plaatsen waarbij ze tegen de Almachtige strijden? Eén reden is dat mensen zichzelf er tegen die tijd van zullen hebben overtuigd dat God niet bestaat of dat hij zich niet met de mensheid bemoeit. Misschien zullen ze zo denken omdat ze net alle valsreligieuze organisaties op aarde hebben uitgeroeid. Daarom redeneren ze misschien dat als God bestond, hij de organisaties die beweren hem te vertegenwoordigen verdedigd zou hebben. Ze zullen niet beseffen dat God de gedachte in hun hart had geplant om zich van de religies te ontdoen die zo’n verkeerd beeld van Hem gaven (Openb. 17:16, 17).

19. Wat zou heel goed kunnen gebeuren nadat valse religie vernietigd is?

19 Nadat valse religie vernietigd is, kan het heel goed zijn dat Jehovah zijn volk een krachtige boodschap bekend zal laten maken, een boodschap die het boek Openbaring vergelijkt met een hagelbui waarbij elke hagelsteen zo’n 20 kilo weegt (Openb. 16:21, vtn.). Deze boodschap houdt mogelijk in dat we bekendmaken dat er een eind komt aan het politieke en commerciële stelsel. De mensen zullen zich zo aan die boodschap ergeren dat ze God gaan lasteren. Waarschijnlijk zal het deze boodschap zijn die de landen ertoe aanzet een totale aanval op Gods volk in te zetten, met het doel ons voor altijd het zwijgen op te leggen. Ze zullen denken dat we weerloos zijn, een makkelijk doelwit. Wat een vergissing!

Hoe zal Jehovah zijn woede uiten?

20, 21. Wie is Gog, en wat zal er met hem gebeuren?

20 Zoals we in hoofdstuk 17 van dit boek hebben gezien, gebruikt Ezechiël een profetische titel, ‘Gog van het land Magog’, voor de coalitie van landen die ons zal aanvallen (Ezech. 38:2). Maar de eenheid onder de leden van deze coalitie zal maar schijn zijn. Onder een vernisje van samenwerking zal een geest van rivaliteit, trots en nationalistische ambitie blijven bestaan. Het zal voor Jehovah heel makkelijk zijn om ieders zwaard ‘tegen zijn eigen broeder’ te keren (Ezech. 38:21). Maar de landen zullen niet worden vernietigd door mensen.

21 Voordat onze vijanden omkomen, zullen ze het teken van de Mensenzoon zien, waarschijnlijk een bovennatuurlijke manifestatie van de macht van Jehovah en Jezus. De tegenstanders zullen dingen zien die hen enorm angstig maken. Zoals Jezus voorspelde, ‘zullen de mensen bezwijken van angst en spanning om wat er over de bewoonde aarde komt’ (Luk. 21:25-27). Tot hun grote schrik zullen ze beseffen dat ze de situatie verkeerd hebben ingeschat toen ze Jehovah’s volk aanvielen. Ze zullen gedwongen worden de Schepper te leren kennen in zijn rol als bevelhebber, Jehovah van de legermachten (Ps. 46:6-11; Ezech. 38:23). Jehovah zal ongetwijfeld hemelse legers en natuurkrachten op zo’n manier gebruiken dat hij zijn trouwe aanbidders beschermt maar zijn vijanden uitroeit. (Lees 2 Petrus 2:9.)

Als zijn volk bedreigd wordt, zal Jehovah hemelse legers gebruiken om zijn woede te uiten (Zie alinea 21)

22, 23. Wie zullen Gods volk beschermen, en hoe zullen ze hun taak ongetwijfeld bezien?

Waartoe moet kennis van Jehovah’s dag ons motiveren?

22 Denk er eens over na hoe graag Jezus de aanval op Gods vijanden zal leiden en degenen zal beschermen die zijn Vader liefhebben en dienen. Denk ook aan de emoties die de gezalfden dan zullen voelen. Ergens voordat Armageddon begint, zullen de laatste gezalfden die nog op aarde zijn tot leven in de hemel worden gewekt, zodat de 144.000 allemaal samen met Jezus kunnen strijden (Openb. 17:12-14). Velen van de gezalfden hebben in de laatste dagen nauw samengewerkt met andere schapen en hebben ongetwijfeld hechte persoonlijke vriendschappen met hen ontwikkeld. Dan zullen de gezalfden zowel het gezag als de macht hebben om degenen te verdedigen die hen tijdens hun beproevingen zo trouw hebben ondersteund (Matth. 25:31-40).

23 Ook engelen zullen deel uitmaken van Jezus’ hemelse leger (2 Thess. 1:7; Openb. 19:14). Ze hebben Jezus al geholpen om Satan en de demonen uit de hemel te gooien (Openb. 12:7-9). En ze zijn betrokken geweest bij het bijeenbrengen van Jehovah’s aanbidders op aarde (Openb. 14:6, 7). Het is dan ook heel passend dat Jehovah de engelen zal toestaan deze trouwe personen te beschermen! Het belangrijkste is dat iedereen in Jehovah’s leger het een eer zal vinden Zijn naam of reputatie te heiligen en te zuiveren door te helpen met het vernietigen van zijn vijanden (Matth. 6:9, 10).

24. Hoe zal de grote menigte andere schapen reageren?

24 Omdat de grote menigte andere schapen door zo’n machtig, gemotiveerd leger wordt beschermd, zal er voor hen geen reden zijn om van angst ineen te krimpen. Ze zullen zelfs ‘rechtop staan en hun hoofd opheffen, want hun bevrijding is dichtbij’ (Luk. 21:28). Voordat Jehovah’s dag komt, moeten we dus zo veel mogelijk mensen helpen om onze barmhartige, beschermende Vader te leren kennen en van hem te gaan houden! (Lees Zefanja 2:2, 3.)

Tijdens Armageddon zal Jehovah’s volk niet strijden. Engelen zullen hen beschermen terwijl de aanvallers zich tegen elkaar keren. — Ezech. 38:21 (Zie alinea 22-24)

25. Wat gaan we hierna bespreken?

25 Na oorlogen tussen mensen is er chaos en ellende. Maar na Armageddon zal er juist orde en geluk zijn. Hoe zal de situatie zijn als Jehovah’s woede bedaard is, zijn strijders hun zwaard weer opgeborgen hebben en de laatste geluiden van de oorlog verstomd zijn? In het volgende hoofdstuk gaan we verder in op die schitterende toekomst.