Lied 130
Het leven is een wonder
1. Ieder straaltje zon, elke gouden aar,
de geboorte van een kind, zo wonderbaar,
danken wij aan God. Wat hij geeft is goed.
Al het leven wordt door hem verzorgd en gevoed.
(REFREIN)
Die gave, zo uniek, stemt tot dankbaarheid.
Dus is liefde voor de Schepper de kracht die ons leidt.
Het leven is een gift. Hoe groots is dat wonder,
dat niemand heeft verdiend, dat God uit liefde geeft.
2. And’ren zeggen soms, als de vrouw van Job:
’Ach, vervloek God toch en sterf, geef het maar op.’
Wij zijn juist heel blij dat God leven geeft.
Elk moment wordt daarom als heel kostbaar beleefd.
(REFREIN)
Die gave, zo uniek, stemt tot dankbaarheid.
Dus is liefde voor de naaste de kracht die ons leidt.
Het leven is een gift. Hoe groots is dat wonder,
dat niemand heeft verdiend, dat God uit liefde geeft.
(Zie ook Job 2:9; Ps. 34:12; Pred. 8:15; Matth. 22:37-40; Rom. 6:23.)