Lied 129
Onze hoop is een anker
1. Duisternis heerst nu al eeuwen hier op aarde.
Blind tast men rond in een jacht op louter wind.
Niets wat de mens doet, heeft blijvende waarde:
zonde belet dat hij redding vindt.
(REFREIN)
Kom, en zing blij: er is redding nabij!
Gods koninkrijk heerst, angst en zorg gaan voorbij.
Nooit meer verdriet: leed en pijn zijn er niet.
Die hoop is een anker dat zekerheid biedt.
2. ’Gods dag komt snel!’, is het nieuws dat wij verspreiden.
Niemand vraagt dan nog wanhopig: ’O, hoe lang?’
God zal de zuchtende schepping bevrijden.
Loof God verheugd met een lofgezang!
(REFREIN)
Kom, en zing blij: er is redding nabij!
Gods koninkrijk heerst, angst en zorg gaan voorbij.
Nooit meer verdriet: leed en pijn zijn er niet.
Die hoop is een anker dat zekerheid biedt.
(Zie ook Ps. 27:14; Joël 2:1; Hab. 1:2, 3; Rom. 8:22.)